Quartairgeologische kaart 1/50.000
Inleiding
De quartaire afzettingen in Vlaanderen zijn lateraal en verticaal heterogeen en variëren erg in dikte. De afzettingen zijn vooral onder continentale omstandigheden tot stand zijn gekomen (rivier-, duinafzettingen). Eigenlijk zijn het pakketten die zelden meer dan 30 meter en soms zelfs minder dan 1 meter dik zijn. Tot op heden bestonden er geen kaarten op voldoende gedetailleerde schaal over de volledige quartaire bedekking van de Vlaamse ondergrond.
De systematische kartering in opdracht van het Vlaamse Gewest gebeurt sinds 1993 op basis van de volgende principes:
- er wordt uitgegaan van de huidig beschikbare gegevens;
- de kartering van het volledige quartaire dek gebeurt op schaal 1/50.000;
- de karteringstijd wordt beperkt tot maximaal 1,5 jaar per kaartblad (640 km²);
- universitaire centra die gespecialiseerd zijn op het vlak van de quartairgeologie voeren de kartering uit;
- de kaarten geven een inzicht in de driedimensionale opbouw van de quartaire lagen;
- de kaarten zijn vanuit een geologisch-wetenschappelijke invalshoek opgemaakt; ze zijn toepassingsgericht en bruikbaar als beleidsondersteunende documenten, voor onderwijsdoeleinden, voor wetenschappelijk onderzoek, voor de ruimtelijke planning;
- er wordt een ondersteunende gegevensdatabank opgebouwd;
- de digitale benadering laat de ontwikkeling van afgeleide kaarten voor specifieke toepassingen toe;
- de gegevens worden geregeld geactualiseerd en aangevuld.
Kartering
Het concept
De eerste en enige volledige set geologische kaarten van België op schaal 1/40.000 van het begin van deze eeuw besteedt weinig aandacht aan het Quartair. Deze geologische kaarten geven eigenlijk een beeld van de geologische gesteldheid waarbij het quartaire dek weggedacht wordt. Dat is overigens net zo voor de tertiairkaarten die momenteel worden opgemaakt.
De Belgische Geologische Dienst heeft in het verleden verschillende initiatieven genomen om quartairkaarten te ontwikkelen. Het probleem daarbij was vooral een gebrek aan goede en voldoende gegevens en de afwezigheid van een algemeen aanvaard stratigrafisch concept voor de ontwikkeling van een consistent en homogeen legendesysteem.
De bestaande overzichtskaarten van het Quartair geven alleen weer welke quartaire lagen er aan het oppervlak voorkomen. In feite zijn dergelijke kaarten nauw verwant met de bodemkaarten.
De bodemkaarten vormen immers de enige volledig beëindigde systematische kartering van quartaire afzettingen. De diepte van de waarnemingen is echter beperkt tot de bovenste 1,25 meter en de invalshoek is uiteraard bodemkundig. De bodemkaarten worden volgens het principe van de profieltypes opgemaakt.
De systematische kartering van het Quartair op schaal 1/50.000 werd uiteindelijk onder impuls van de administratie Economie, afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, in 1993 opgestart.
Een kaartenset bestaat uit de eigenlijke quartairkaart, aangevuld met een aantal geologische doorsneden. Bovendien bevat de kaartenset aanvullende kaarten met de locatie van de waarnemingspunten en met de dikte van de lagen en het reliëf van grensvlakken. Er wordt een toelichtende tekst bijgevoegd en de basisgegevens worden in de Databank Ondergrond Vlaanderen geïntegreerd.
De kaartenset is een weerspiegeling van de stand van de wetenschappelijke inzichten op het ogenblik van de kartering. De quartairkaarten zijn gebaseerd op:
- alle beschikbare en gekende boringen;
- geotechnische gegevens zoals druksonderingen;
- geofysische gegevens zoals geo-elektrische metingen, boorgatmetingen, seismische gegevens;
- studies van ontsluitingen;
- interpretaties in wetenschappelijke werken zoals theses en publicaties;
- modellen voor extra- en interpolatie van gegevens;
- deskundigheid en ervaring van de uitvoerders van de kartering;
- de geomorfologie, het landschap.
Alle beschikbare archiefgegevens worden opnieuw geïnterpreteerd volgens de meest recente inzichten.
Een set quartairkaarten van één kaartblad moet het mogelijk maken om de volgende gegevens af te leiden:
- een driedimensionaal beeld van het voorkomen van quartairgeologische eenheden;
- de dikte van het Quartair en de dikte van de onderscheiden lagen;
- de hiaten in de huidige kennis;
- de verspreiding van de basisgegevens waarop de kaarten steunen;
- een aantal doorsneden waarbij de verticale en laterale opeenvolging van de entiteiten duidelijk wordt gemaakt.
De kartering gebeurt in tegenstelling tot de tertiairkartering met de techniek van de profieltypes. De vlakken van de quartairkaart geven de zones weer waar gelijkaardige successies van specifieke quartaire lagen (profieltypes) voorkomen. Over de dikte van de verschillende samenstellende lagen van een profieltype moeten vooral de aanvullende isohypsen- en isopachenkaarten en de aanvullende teksten aanwijzingen geven.
Het principe van de profieltypekartering
De invalshoek voor de identificatie van de karteerbare eenheden is essentieel van lithostratigrafische aard. Dat wil zeggen dat lithologisch homogene en vervolgbare lagen stratigrafisch worden gecorreleerd, bijvoorbeeld een specifieke kleilaag of een zandlaag.
Quartairkartering houdt impliciet ook chronostratigrafische aspecten in, waarbij de karteerbare eenheden in de tijd gesitueerd worden.
Lithologisch homogene lagen kunnen afgezet zijn onder zeer verschillende sedimentatieomstandigheden. Die sedimentatieomstandigheden kunnen afgeleid worden uit de sedimentaire structuren, de geomorfologische positie van de lagen, de insluitsels of fossielen, de korrelgrootteverdeling,.... Bepaalde sedimentgenetische homogene lithofacies kunnen dus zelfs karteerbare eenheden vormen. Zo worden profieltypekaarten afgeleid uit de sequenties van de sedimentgenetische homogene lithofacies.
De correlaties zijn geologisch. Hoewel de ingenieur meestal slechts geïnteresseerd is in de locatie van bepaalde lithologische eenheden (een zandlichaam, een veenlaag) kunnen de quartairgeologische grensvlakken een ogenschijnlijk homogeen zandpakket in meerdere entiteiten indelen. Een geologische invalshoek biedt als toegevoegde waarde de laterale en verticale voorspelbaarheid waarbij de geologische opbouw zelfs in zones met zeer weinig basisgegevens deduceerbaar wordt. Bij een louter geotechnische correlatie is dat vrijwel uitgesloten.
De quartairkartering beantwoordt niet aan wetmatigheden en ontegensprekelijke afspraken die een routinematige aanpak mogelijk maken. De opmaak van de kaarten vergt autoriteiten en specialisten die hun sporen verdiend hebben op het vlak van quartairgeologisch wetenschappelijk onderzoek. In de beginfase werden de drie universiteiten KUL, RUG en VUB aangezocht. Vanaf 1997 worden ook deskundige studiebureaus ingeschakeld.
De systematische kartering van Vlaanderen op de schaal 1/50.000 zal aan het huidige karteringstempo beëindigd zijn in 2004.
Vermeldenswaardig is dat er ook een vrij onvolledige set geomorfologische kaarten beschikbaar is, aanvankelijk op schaal 1/25.000 opgemaakt, meer recent op schaal 1/50.000. De geomorfologische kaarten accentueren de reliëfvormen en geven een indicatie over het ontstaan van het landschap en de ouderdom van de reliëfvormen. Aangezien de meeste reliëfvormen in Vlaanderen in het Quartair tot stand kwamen geven dergelijke geomorfologische kaarten belangrijke aanwijzingen over de quartairgeologische gesteldheid.
In Nederland wordt er eveneens een profieltypekartering uitgevoerd. De diepte van de waarnemingen is er beperkt tot 4 meter behalve waar het holoceendek (afzettingen van minder dan 10.000 jaar oud) dikker is dan 4 meter. Het Holoceen wordt er immers volledig gekarteerd. In Nederland kan het Quartair evenwel diktes van 400 meter bereiken waardoor de aanpak automatisch verschilt met die voor Vlaanderen waar de dikte zelden meer bedraagt dan 30 meter. In Vlaanderen wordt dus geopteerd voor de kartering van de volledige quartaire sequenties, met een drastische beperking van de aanvullende acquisitie.
In Nederland worden er veel meer middelen ingezet voor de quartairkartering. De productie van kaarten in Nederland blijkt toch ook, onder meer door de grote complexiteit van het Quartair, relatief traag te gebeuren.
De toepassingen
De kosten voor de kartering kunnen slechts gedeeltelijk worden gerecupereerd door de verkoop van de kaarten.
De kartering biedt echter een toegevoegde waarde aan de basisgegevens waarbij de onrechtstreekse baten zich moeilijk laten berekenen:
- de toegevoegde waarde aan de dienstverlening ten gunste van de administraties en beleidsinstanties;
- de extra mogelijkheden voor het onderwijs;
- de toegevoegde waarde van de informatieverlening aan de burger in het algemeen, meer in het bijzonder aan de studiebureaus, aan de milieuverantwoordelijken, enzovoort.
Momenteel worden bij de opmaak van milieueffectrapporten onder meer de bodemkaarten en de grondwaterkwetsbaarheidskaarten geraadpleegd. De quartairkaarten kunnen een belangrijk inzicht verschaffen in de aanwezigheid van nuttige delfstoffen, in de te verwachten grondstabiliteit, zelfs in de landbouwwaarde, in de waterhuishouding en de grondwaterkwetsbaarheid, enzovoort.
De quartairkaarten vormen de basis voor verder gericht fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Bij de inventarisatie van de gegevens en bij de karteringsactiviteit kunnen de hiaten in de kennis gelokaliseerd worden. Die hiaten kunnen de richting bepalen van het meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
De quartairkaarten kunnen als didactisch materiaal voor het onderwijs fungeren, niet enkel bij universitaire opleidingen in geologie, geografie, planologie, landbouw, geotechniek en mijnbouw, maar ook in het middelbaar aardrijkskundeonderwijs.
Verder zijn de quartairkaarten beleidsondersteunende documenten bij problemen inzake milieuaangelegenheden, de ruimtelijke planning, de aanleg van infrastructuur. Bovendien kunnen ze bijdragen tot de wetenschappelijke onderbouw van de adviezen die door de administraties moeten worden geleverd.
De kaarten met de geassocieerde databank worden geïntegreerd in Databank Ondergrond Vlaanderen en er is samenwerking met het Geografisch Informatiesysteem Vlaanderen. Het gedigitaliseerde profieltypesysteem laat toe om op vrij eenvoudige wijze specifieke themakaarten op maat op te maken.
De quartairkaarten kunnen aanleiding geven tot geotechnische themakaarten met bijvoorbeeld de deductie van zettingsgevoelige gebieden: zones waar de ondergrond veenlagen bevat, zones waar alluviale kleien voorkomen, ... Dergelijke afgeleide geotechnische kaarten kunnen het detailonderzoek efficiënt richten en aldus tot kostenbesparing leiden. Gedetailleerde informatie over de dikte en de aard van het Quartair zijn van belang voor stabiliteitsproblemen bij de aanleg van allerhande infrastructuur. Het grensvlak tussen de sterk geconsolideerde tertiaire afzettingen en de weinig geconsolideerde quartaire sedimenten is een belangrijke geotechnische parameter.
Bepaalde quartaire lagen van Vlaanderen worden momenteel als oppervlaktedelfstof gewonnen. Het Limburgs grind, de beton- en metselzanden van Noord-Limburg (zand van Lommel), de infrastructuurzanden van de Vlaamse Vallei, de leem, de baksteenklei van de Kempen, de polderklei, de alluviale Schelde- en Maaskleien zijn allemaal quartaire delfstoffen. De geografische verspreiding en de dikte van die delfstoffen kunnen afgeleid worden uit de quartairkaarten. De databank die de boorgegevens bevat, laat toe ook de karakteristieken van de delfstoffen af te leiden.
Bij het tot stand komen van ontginningen van oppervlaktedelfstoffen kan de kennis van de quartairlagen ook nog belangrijk zijn in de volgende gevallen:
- Het quartair kan een waardeloze deklaag zijn waarvan de hoeveelheid het best vooraf kan worden begroot, zodat die later eventueel aangewend kan worden bij de sanering van de groeve.
- Het Quartair dek kan ook valoriseerbaar zijn als nevengrondstof. Bij de glaszandwinning in Lommel bijvoorbeeld komt zand van Lommel vrij dat als metsel- of betonzand kan worden aangewend of als saneringszand. Bij de glaszandwinning in Oost-Limburg komen grote hoeveelheden grind vrij.
- De dikte en de samenstelling van de quartaire deklagen kan een hinder zijn voor de uitbating van de onderliggende lagen. De quartaire deklagen kunnen de stabiliteit van de groeveranden ongunstig beïnvloeden. Er zal kunnen worden afgelezen waar de dikte en de samenstelling van de deklaag optimaal is voor de ontginning.
Een aantal belangrijke watervoerende lagen die intens worden geëxploiteerd zijn quartaire afzettingen: de kustduinen, de waterlagen van de Vlaamse Vallei (ten noorden van Gent), de grindlagen in Limburg en talloze particuliere ondiepe waterputten, verspreid over Vlaanderen.
In het noordoostelijk deel van Vlaanderen wordt water gewonnen uit de waterlaag die zich vormde in de neogene en quartaire lagen.
De kennis van de aanwezigheid en van de kenmerken van die quartaire lagen is de eerste vereiste om waterwinningen te kunnen inplanten, om eventuele beschermingsmaatregelen te kunnen treffen of toelaatbare debieten te kunnen begroten.
De verlaten groeves, uitgegraven in de klei van de Kempen, worden dikwijls opnieuw opgevuld met stortmateriaal zodat de kennis van de quartaire lagen van het noordelijk deel van de provincie Antwerpen niet enkel vanuit ontginningsoogpunt van belang is, maar ook vanuit de invalshoek afvalstoffenberging.
Landbouwactiviteit gebeurt op de quartaire lagen. De belangrijkste invloed manifesteert zich in de bovenste meter. Over die bovenste meter werden een dertigtal jaar geleden, op een systematische wijze bodemkaarten gemaakt. De gegevens van die bodemkaarten worden geïntegreerd in de quartairkaarten. De aard van de quartaire lagen die dieper gelegen zijn dan 1 meter kunnen vanuit landbouwkundig standpunt ook nog uitzonderlijk belangrijk zijn onder meer inzake de waterhuishouding, de eventuele vervuiling bij (over)bemesting, enzovoort.
De quartairkaarten kunnen een belangrijk hulpmiddel voor de ruimtelijke planning worden. Hier volgen enkele toepassingen waarbij de kennis van het Quartair onontbeerlijk is voor een gedegen planning:
- het uittekenen van tracés voor wegen en kanalen;
- het uittekenen van ontginningsgebieden en stortzones;
- de inplanting van infrastructuur en woonzones (bijv. veen in de ondergrond kan funderingsproblemen opleveren);
- de inplanting van waterwingebieden;
- de inplanting van nieuwe bosgebieden;...
Besluiten
Er kan niet genoeg op worden gewezen dat de schaal van de kartering ook de mogelijke toepassingen beperkt. De quartairkaarten sluiten gedetailleerd veldonderzoek door boringen of sonderingen helemaal niet uit. Voor toepassingen op een meer gedetailleerde schaal dan 1/50.000 moet extra onderzoek gebeuren.
Een extra aanvullend onderdeel van de quartairkaartenset zou de geomorfologische kaart moeten worden. De geomorfologische kaarten accentueren de landschapsvormen, geven een indicatie over het ontstaan van de landschapsvormen en over de ouderdom ervan. De quartairgeologische kaarten geven niet alleen aanwijzingen over de afzettingen die de reliëfvormen tot stand brengen, maar ook over de dieper voorkomende lagen.
Nog meer dan de afgedekte geologische kaarten (de kaarten met het voorkomen van de tertiaire lagen) bieden quartairkaarten afleidbare toepassingen voor de ingenieurswereld. De deductie zal door deskundigen moeten gebeuren. De ontwikkeling van themakaarten is essentieel, een elementaire kennis van quartairgeologie is daarbij noodzakelijk. Een gevorderde quartairgeologische wetenschappelijke achtergrond zal bijdragen tot de meerwaarde van de kaartenset.
De overheid heeft hier gekozen om documenten aan te leveren die zo weinig mogelijk generalisaties impliceren en die de volledige complexiteit, voorzover die gekend is, duidelijk proberen te maken. Gezien die complexiteit en gezien het concept van de quartairkaarten, zullen vooral digitale producten aan de gebruikers ter beschikking worden gesteld.
Hoe een Quartairkaart bestellen of downloaden?
Digitale kaarten
De gedetailleerde Quartairgeologische kaarten op schaal 1/50.000 zijn beschikbaar als WMS, WCS en in gecomprimeerd bestanden per kaartblad bij de metadata. Elk gecomprimeerd bestand bevat een geoTIFF-bestand mét en zonder legende, en het bijhorende toelichtingenboekje.
Analoge kaarten met toelichtingenboekjes
De gedetailleerde Quartairgeologische kaarten en hun toelichtingenboekjes per kaartblad kunnen besteld worden via de publicatiewebsite van de Vlaamse overheid.
Referenties
DE MOOR, G,; MOSTAERT, F.; LIBEER, L.; MOERDIJK, H. en VAN DEN ABEELE, V. (1993)
Geomorfologische Kaart van België, Kaartblad Oostende
MOSTAERT, F. (1991)
Concrete prospectieprojecten ter bepaling van de meest relevante winningsplaatsen van oppervlaktedelfstoffen, p 101-128.
In: BOLLE I., BRIJSSE Y., MOSTAERT F., VAN BURM Ph., ZEUWTS L., 1991; Oppervlaktedelfstoffen problematiek in Vlaanderen
MOSTAERT, F. (1993)
De quartairkartering, een stand van zaken
In: Geologische kartering en geologisch onderzoek in het Vlaamse Gewest, Studiedag 7 december 1993: p 80-93
VANSTEELANDT, P.; MOSTAERT, F.; VAN ROO, J. en BROOTHAERS, L. (ed.) (1993)
Geologische kartering en geologisch onderzoek in het Vlaamse Gewest, Studiedag 7 december 1993: 179 pp.