Grondwaterstandindicator eind juni 2017
Info
datum rapport: 04-07-2017
referentiedatum: 30-06-2017
aantal meetplaatsen gebruikt: 154
Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
Tijdens de maand juni is de toestand, vergeleken met dezelfde periode in de voorbije 30 jaar, in grote mate geƫvolueerd naar zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Eind juni was er op 66 % van de meetplaatsen een zeer lage grondwaterstand voor de tijd van het jaar, i.e. sinds 1987 stond het grondwater er eind juni maar 3 keer even laag of lager. Op de overige meetplaatsen zijn de grondwaterstanden lager dan normaal (22 %) en normaal (12 %) voor de tijd van het jaar.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Sinds maart wordt een daling van de grondwaterstanden vastgesteld. Tot eind mei werden zeer hoge en hoger dan normale grondwaterstanden geleidelijk aan vervangen door normale en lager dan normale grondwaterstanden, en een beperkt aantal zeer lage grondwaterstanden. Het uitblijven van neerslag en verhogen van de verdamping in de loop van juni heeft er echter toe geleid dat eind juni de grondwaterstand op 65 % van de locaties zeer laag was. Op die locaties stond het grondwater in de voorbije 30 jaar maximaal op 3 momenten even laag of lager, ongeacht de tijd van het jaar. Op de overige locaties waren de grondwaterstanden lager dan normaal (22 %) en normaal (12 %).
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
Geografisch zien we over heel Vlaanderen vooral zeer lage, dalende grondwaterstanden. In het westen van Vlaanderen is het effect van de droogte op het grondwater meer uitgesproken dan in het oosten: de grondwaterstanden zijn er relatief lager en de peildalingen zijn sterker.
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
Volgende maand verwachten we bij aanhoudend droog weer nog iets meer zeer lage grondwaterstanden (70 %), dit zowel voor de tijd van het jaar als historisch. Bij normaal weer valt het aantal terug tot ongeveer de helft (53 %) en bij nat weer verwachten we op nog maar 8 % van de locaties zeer lage grondwaterstanden.
Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
Het aanhoudende droge weer heeft duidelijke gevolgen op de grondwaterstanden. Eind juni waren de grondwaterstanden op twee derde van de meetplaatsen zo laag dat er in de voorbije 30 jaar maximaal 3 keer lagere peilen voorkwamen. In het westen van Vlaanderen is het effect van de droogte op het grondwater meer uitgesproken dan in het oosten: de grondwaterstanden zijn er relatief lager en de peildalingen zijn sterker. Volgende maand verwachten we bij aanhoudende droogte een gelijkaardige toestand.