Grondwaterstandindicator maart 2016
Info
datum rapport: 08-04-2016
referentiedatum: 31-03-2016
aantal meetplaatsen gebruikt: 158
Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
Eind maart was de grondwaterstand op iets minder dan de helft van de meetplaatsen normaal voor de tijd van het jaar. Het aandeel meetplaatsen met een relatief hoge of zeer hoge grondwaterstand lag op dat moment eveneens net onder de 50%. Beide percentages lagen in het begin van de maand iets lager. In de loop van de maand maart zijn zowel periodes met relatief hogere als periodes met relatief lagere grondwaterstanden voorgekomen.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Begin maart was de grondwaterstand op de meeste plaatsen zeer hoog of hoog. In de loop van de maand is het aantal meetplaatsen met historisch hoge of zeer hoge grondwaterstand eerst toegenomen, daarna gedaald om de laatste week van maart opnieuw te stijgen. De grondwaterstand was eind maart op meer dan 80% van de meetplaatsen hoog tot zeer hoog. Op de overige meetplaatsen werden bijna steeds normale grondwaterstanden genoteerd. Het aantal meetplaatsen met lage of zeer lage grondwaterstanden was in het begin van de maand al laag en is sindsdien nog verminderd.
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
De verandering van de grondwaterstand in de afgelopen maand verschilt van plaats tot plaats: op sommige plaatsen is de grondwaterstand gestegen, elders gedaald. Er is geen duidelijk patroon in de ruimtelijke spreiding van deze dalingen en stijgingen. De ruimtelijke spreiding van meetlocaties met een relatief zeer hoge, hoge en normale grondwaterstand lijkt ook willekeurig. Grondwaterstanden die laag of zeer laag zijn voor de tijd van het jaar komen daarentegen enkel in het oosten van Vlaanderen voor.
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
Gezien de tijd van het jaar, verwachten we dat de grondwaterstand volgende maand zal dalen op de meeste plaatsen. We verwachten dan ook geen zeer hoge grondwaterstanden bij normaal of droog weer. Bij nat weer zou de verwachte daling van de grondwaterstand kunnen uitblijven en zouden zeer hoge grondwaterstanden kunnen optreden in de lager gelegen gebieden en valleien.
Figuur 4: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (> P90) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
In maart zijn drogere en nattere periodes voorgekomen waardoor de grondwaterstand geen eenduidige trend vertoont. De grondwaterstand was eind maart op de meeste plaatsen hoog tot zeer hoog in absolute zin. Voor de tijd van het jaar waren dit overwegend normale tot hoge grondwaterstanden. Bij normaal weer verwachten we volgende maand geen zeer hoge grondwaterstanden meer. Moest april nat zijn, dan kunnen er plaatselijk in de laaggelegen gebieden toch nog zeer hoge grondwaterstanden optreden.