Grondwaterstandindicator 05-08-2024

Info

De grondwaterstandindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 11 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de afgelopen 30 jaar.

  • Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina  van de grondwaterstandindicator.
  • Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'. 
  • Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '. 
  • De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.

datum rapport: 06-08-2024
referentiedatum: 05-08-2024
aantal gebruikte meetplaatsen: 154

Historische vergelijking

De freatische grondwaterstand schommelt tijdens het jaar: hoog op het einde van de winter en laag op het einde van de zomer. Met de grondwaterstandindicator kijken we naar de toestand van het grondwater t.o.v. alle peilen gedurende het jaar (absolute vergelijking) en de toestand voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking).

  • Absolute vergelijking: Staat het freatisch grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de referentieperiode)?

Op 5/8/2024 vertoonde 41% van de meetplaatsen een hoge (26%) tot zeer hoge (15%) freatische grondwaterstand. 39% vertoonde een normale, en 20% een lage (19%) tot zeer lage (1%) grondwaterstand (Figuur 1).

Vanaf midden oktober 2023 zien we een snelle afname van het aandeel lage (absolute) grondwaterstanden, en een snelle toename van de aandelen hoge tot zeer hoge grondwaterstanden. Vanaf eind 2023 tot eind maart 2024 schommelt het percentage hoog tot zeer hoog grotendeels boven de 90%. Vanaf begin april 2024 nemen de aandelen hoge tot zeer hoge (absolute) grondwaterstanden weer af.

Momenteel bevinden we ons in het hydrologische zomerseizoen (april-september). Een verschuiving naar klassen met lagere grondwaterstanden is dan eigenlijk de normale trend. In een scenario met normaal of droog weer verwachten we de komende maand een stabilisatie tot verdere afname van het aandeel hoge tot zeer hoge grondwaterstanden. Bij nat weer is een lichte toename mogelijk (zie scenariogebaseerde voorspelling van 6/8 tot 5/9/2024 voor een normale, een natte en een droge situatie aan de rechterkant van Figuur 1).

Begin augustus 2024 is de situatie van de (absolute) freatische grondwaterstanden veel hoger dan op hetzelfde tijdstip de afgelopen jaren: begin augustus 2022 en 2023 schommelde het percentage hoge tot zeer hoge grondwaterstanden rond de 5%.

samenvatting_filter_absolute_bron.png
Figuur 1: Absolute toestand van de freatische grondwaterstand: Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand (t.o.v. alle peilen van de referentieperiode) voor de afgelopen 2 jaar + scenariogebaseerde voorspelling voor de komende maand. In de winter worden vooral hoge grondwaterstanden verwacht, in de zomer vooral lage.

 

  • Relatieve vergelijking: Wat is de toestand van de freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar?

In Ukkel was juli 2024 de tiende opeenvolgende maand met meer neerslag dan gemiddeld (na de derde natste winter en de tweede natste lente sinds het begin van de waarnemingen in 1833). Tijdens de eerste 12 dagen van juli viel er al meer neerslag dan de normale waarde voor de volledige maand. De rest van de maand was droger, maar het maandtotaal van de neerslag blijft hoger dan gemiddeld. De lange aanhoudende natte periode blijft zorgen voor een uitzonderlijk hoge freatische
grondwatertafel voor de tijd van het jaar: op 5/8/2024 vertoonde 80% van de meetlocaties een hoge (25%) tot zeer hoge (55%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 19% vertoonde een normale, en 1% een zeer lage grondwaterstand voor de tijd van het jaar (Figuur 2).

Vanaf midden oktober zagen we een sterke toename in de aandelen zeer hoge en hoge freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar tot boven de 90%. In juni werd een daling ingezet tot waarden die schommelen rond de 80% eind juli en begin augustus. Deze situatie is gelijkaardig aan die van begin augustus 2016, maar daarvoor moeten we al teruggaan tot de periode 2000-2002 voor een gelijkaardige natte situatie begin augustus.

Begin augustus 2024 is de situatie voor de tijd van het jaar natter tot veel natter dan op hetzelfde tijdstip de voorbije 2 jaren: begin augustus 2022 schommelde het percentage hoge tot zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar onder de 10% en zagen we overwegend lage tot zeer lage relatieve grondwaterstanden, begin augustus 2023 schommelde het percentage hoge tot zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar echter rond de 30-40%, wat een verhoging is in vergelijking met 2022, maar in vergelijking met huidig jaar zijn dit nog steeds aanzienlijk lagere percentages.

samenvatting_filters_relative_bron.png
Figuur 2: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand: Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar, voor de afgelopen 2 jaar + scenariogebaseerde voorspelling voor de komende maand.

 

Figuur 3 toont de grafiek voor de relatieve toestand van 1/1/2000 tot 1/7/2024. In de periode 2017-2020 en het jaar 2022 zagen we duidelijk langere periodes met grotere percentages lage tot zeer lage freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Iets langere periodes met belangrijke aandelen normale tot hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar kwamen toen bijna niet voor, met uitzondering van het voorjaar van 2018. De natte zomer van 2021 en de periode vanaf 2023 staan in sterk contrast met de droge periode daarvoor. Vooral vanaf het najaar van 2023 zien we overwegend hoge tot zeer hoge relatieve grondwaterstanden.

Deze (en de verdere) evolutie hangt af van hoeveel neerslag er valt en hoeveel water er verdampt. Neerslag en verdamping bepalen samen het neerslagtekort of -overschot. Bij een groter dan normaal neerslagtekort is het logisch dat ook de grondwaterstanden sneller dalen of trager herstellen dan normaal (en vice versa). Als door klimaatverandering extreme weersomstandigheden (uitzonderlijk droog of nat) frequenter zullen optreden of langer zullen aanhouden, zal dit zich ook weerspiegelen in de situatie van het freatisch grondwater.

samenvatting_filters_2000-01-01 tot 2024-07-01_relative_bron.png
Figuur 3: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand (1/1/2000 – 1/7/2024): Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 

Figuur 4 toont de verdeling van de verschillen (op 154 locaties) tussen het gemiddeld grondwaterpeil voor elk individueel seizoen en het gemiddeld peil per seizoen in de referentieperiode. Deze grafiek toont hoeveel hoger of lager dan normaal de peilen waren voor een bepaald seizoen. In de lente van 2024 was de gemiddelde grondwaterstand voor de mediane meetplaats ruim 40 cm hoger dan normaal in de lente. In de natte periode 2000-2002 was de seizoensgemiddelde grondwaterstand voor de mediane meetplaats ook enkele tientallen centimeter hoger dan normaal. In de periode 2017-2020 was de seizoensgemiddelde grondwaterstand voor de mediane meetplaats meestal net enkele tientallen centimeter láger dan normaal.

afwijking_gem_boxplot.png
Figuur 4: Verdeling van de verschillen tussen het grondwaterpeil per seizoen t.o.v. het gemiddeld peil voor dat seizoen in de referentieperiode (o.b.v. 154 locaties).

Is het freatische grondwater gestegen of gedaald ?

Op 5/8/2024 waren op 86% van de meetplaatsen de (absolute) freatische grondwaterstanden gedaald t.o.v. een maand eerder. Op 12% van de meetplaatsen bleven de peilen stabiel, en op 2% was er een stijging. Gedurende het hydrologische zomerseizoen (april-september) verwachten we overwegend dalende freatische grondwaterstanden.

Voor de tijd van het jaar blijft de situatie van de freatische grondwaterstanden wel uitzonderlijk hoog: op 5/8/2024 vertoonde 80% van de meetlocaties een hoge (25%) tot zeer hoge (55%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 19% vertoonde een normale, en 1% een zeer lage grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

Figuur 5 toont de relatieve grondwaterstandindicator met stijgende/dalende peilen:

current_status_map_bron.png
Figuur 5: Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.

 

 

Worden er volgende maand zeer lage of zeer hoge freatische grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand verwachten we bij nat weer op 60% van de meetplaatsen zeer hoge grondwaterstanden (>P90) voor de tijd van het jaar, bij normaal weer op 45%, en bij droog weer nog op 29% van de meetplaatsen (Figuur 2 en Figuur 6).  

Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zowel relatief als absoluut zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden worden verwacht.
Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (>P90) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.

 

Volgende maand verwachten we bijna nergens zeer lage (<P10) grondwaterstanden voor de tijd van het jaar (Figuur 2 en Figuur 7).

Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.
Figuur 7: Meetplaatsen waar volgende maand zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.

Besluit freatisch grondwater

In Ukkel was juli 2024 de negende opeenvolgende maand met meer neerslag dan gemiddeld (na de derde natste winter en de tweede natste lente sinds het begin van de waarnemingen in 1833). Na zo’n lange natte periode is het niet verwonderlijk dat de freatische grondwaterstanden uitzonderlijk hoog blijven voor de tijd van het jaar.

Op 5/8/2024 vertoonde 80% van de meetlocaties een hoge (25%) tot zeer hoge (55%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 19% vertoonde een normale, en 1% een zeer lage grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

Meer info over de werking van het grondwatersysteem (en de betekenis van lage grondwaterstanden) vind je in dit filmpje. Op dov.vlaanderen.be vind je alle grondwaterstanden, de huidige toestand en de interactieve kaart voor het freatische grondwater.