Actuele grondwaterstandindicator

Info

De grondwaterstandindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 5 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de periode 1991 - heden.

  • Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina  van de grondwaterstandindicator.
  • Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'. 
  • Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '. 
  • De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.

datum rapport: 03-09-2025 
referentiedatum: 02-09-2025 
aantal gebruikte meetplaatsen: 168

Historische vergelijking

De freatische grondwaterstand schommelt tijdens het jaar: hoog op het einde van de winter en laag op het einde van de zomer. Met de grondwaterstandindicator kijken we naar de toestand van het grondwater t.o.v. alle peilen gedurende het jaar (absolute vergelijking) en de toestand voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking).

  • Absolute vergelijking: Staat het freatisch grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de referentieperiode)?

Op 02/09/2025 vertoonde 82% van de meetplaatsen een lage (14%) tot zeer lage (68%) freatische grondwaterstand. 11% vertoonde een normale, en 7% een hoge (4%) tot zeer hoge (3%) grondwaterstand (Figuur 1).

Op Figuur 1 zien we in augustus duidelijk een verdere toename van het aandeel zeer lage freatische grondwaterstanden en een afname van alle overige klassen. Begin september bevinden we ons in het hydrologische zomerseizoen (april-september). Een verschuiving naar klassen met lagere grondwaterstanden is dan de normale trend. 2025 kende een zeer droge lente en zomer in tegenstelling tot 2023 en 2024. Begin september 2025 is de situatie van het freatische grondwater dus ook lager dan begin september 2023 en veel lager dan begin september 2024.

Vanaf 03/09/2025 tonen de scenariogebaseerde voorspellingen dat het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden boven de 80% blijft in het droge en het normale weerscenario. Bij een nat scenario zou dat aandeel kunnen dalen tot rond de 60%. Zie de scenariogebaseerde voorspelling van 03/09/2025 tot 02/10/2025 met scenario’s voor normaal, nat en droog weer in de rechterkant van Figuur 1.

 

: Absolute toestand van de freatische grondwaterstand:
Figuur 1: Absolute toestand van de freatische grondwaterstand: Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand (t.o.v. alle peilen van de referentieperiode) voor de afgelopen 2 jaar + scenariogebaseerde voorspelling voor de komende maand. In de winter worden vooral hoge grondwaterstanden verwacht, in de zomer vooral lage.

 

  • Relatieve vergelijking: Wat is de toestand van de freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar?

Augustus 2025 was, net als de lente en zomer van 2025, zeer droog qua neerslaghoeveelheid. Op 02/09/2025 vertoonde 72% van de meetlocaties een lage (22%) tot zeer lage (50%), 16% een normale, en 12% een hoge (9%) tot zeer hoge (3%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar (Figuur 2).

Op Figuur 10 zien we van midden november 2023 tot begin maart 2025 vooral hoger dan normale grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Daarna zien we onder invloed van de optredende droogte een algemene toename en overwicht van het aandeel relatief lage tot zeer lage grondwaterstanden. In augustus 2025 nam het aandeel zeer laag voor de tijd van het jaar nog verder sterk toe ten koste van de overige klassen. Begin september 2025 is het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar veel groter dan op hetzelfde tijdstip in 2023 en 2024.

Vanaf 03/09/2025 tonen de scenariogebaseerde voorspellingen aan dat het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar boven de 60% blijft in het normale scenario, en zelfs kan toenemen tot 80% in het droge weerscenario. Bij een nat scenario zou dat aandeel drastisch kunnen afnemen tot rond de 30% of minder. Zie de scenariogebaseerde voorspelling van 03/09/2025 tot 02/10/2025 voor een normale, natte en droge situatie in de rechterkant van Figuur 2.

Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand
Figuur 2: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand: Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar, voor de afgelopen 2 jaar + scenariogebaseerde voorspelling voor de komende maand.

 

Figuur 3 toont de grafiek voor de relatieve toestand van 1/1/2000 tot 1/9/2025. In de periode 2017-2020 en het jaar 2022 waren er duidelijk langere periodes met grotere percentages lage tot zeer lage freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Iets langere periodes met belangrijke aandelen normale/hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar kwamen in die jaren nauwelijks voor, met uitzondering van het voorjaar van 2018.

De natte zomer van 2021 en de periode vanaf 2023 staan in sterk contrast met de droge periode daarvoor. Vanaf het najaar van 2023 tot begin maart 2025 zien we overwegend hoge tot zeer hoge relatieve grondwaterstanden. Daarna keert de situatie opnieuw om richting overwegend lager dan normale grondwaterstanden.

Deze (en de verdere) evolutie hangt nauw samen met de hoeveelheid neerslag en verdamping. Samen bepalen ze het neerslagtekort of -overschot. Bij een groter dan normaal neerslagtekort dalen de grondwaterstanden sneller of herstellen ze trager dan normaal, en omgekeerd. Als door klimaatverstoring extreme weersomstandigheden (uitzonderlijk droog of nat) frequenter optreden of langer aanhouden, zal dit zich ook weerspiegelen in de situatie van het freatisch grondwater.

Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand
Figuur 3: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand (1/1/2000 – 1/9/2025): Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 

Figuur 4 toont de verdeling van de verschillen (op 168 locaties) tussen het gemiddeld grondwaterpeil voor elk individueel seizoen en het gemiddeld peil voor dat seizoen in de referentieperiode. Deze grafiek toont hoeveel de peilen afwijken van het normale niveau voor een bepaald seizoen. In de lente en zomer van 2024 was de gemiddelde grondwaterstand voor de mediane meetplaats ruim 40 cm hoger dan normaal. Ook in de natte periode 2000-2002 was die stand enkele tientallen centimeter hoger dan normaal. In de periode 2017-2020, met uitschieter herfst 2018, was die stand net enkele tientallen centimeter láger dan normaal. In de lente en zomer van 2025 was de mediane grondwaterstand opnieuw enkele tientallen centimeter lager dan normaal.

Verdeling van de verschillen tussen het grondwaterpeil per seizoen t.o.v. het gemiddeld peil in de referentieperiode voor dat seizoen.
Figuur 4: Verdeling van de verschillen tussen het grondwaterpeil per seizoen t.o.v. het gemiddeld peil in de referentieperiode voor dat seizoen.

Is het freatische grondwater gestegen of gedaald ?

Augustus 2025 was net als de lente en zomer van 2025 zeer droog qua neerslaghoeveelheid. Op 02/09/2025 waren op 97% van de meetplaatsen de (absolute) freatische grondwaterstanden gedaald t.o.v. een maand eerder. Op de resterende meetplaatsen bleven de peilen stabiel. Begin augustus bevinden we ons nog steeds in het hydrologische zomerseizoen (april-september), waarin een verschuiving naar klassen met lagere (absolute) grondwaterstanden de normale trend is.

Onder invloed van de droogte evolueert het freatische grondwater naar een steeds drogere situatie. Het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar neemt gestaag toe: Op 02/09/2025 vertoonde 72% van de meetlocaties een lage (22%) tot zeer lage (50%), 16% een normale, en 12% een hoge (9%) tot zeer hoge (3%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.
Figuur 5: Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand

 

Op bepaalde locaties, voornamelijk in het zuidoosten van Vlaanderen, komen ondanks de zeer geringe neerslaghoeveelheden sinds februari 2025 toch nog relatief hoge grondwaterstanden voor. Dat kan verklaard worden door de uiterst natte weersomstandigheden van 2024 die op deze locaties nog steeds doorwerken omwille van de natuurlijke karakteristieken van het watersysteem t.h.v. deze meetpunten.

Worden er volgende maand zeer lage of zeer hoge freatische grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand verwachten we bij nat weer op 7% van de meetplaatsen zeer hoge grondwaterstanden (>P90) voor de tijd van het jaar, bij normaal weer op 4%, en bij droog weer nog op 2% van de meetplaatsen. Die meetplaatsen bevinden zich vooral in het zuidoosten van Vlaanderen (Figuur 2 en Figuur 6).

Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (>P90) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.
Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (>P90) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.

 

Volgende maand verwachten we bij droog weer op 61% van de meetplaatsen zeer lage (<P10) grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Bij normaal en nat weer wordt dat percentage resp. 35 en 4% (Figuur 2 en Figuur 7).

Meetplaatsen waar volgende maand zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.
Figuur 7: Meetplaatsen waar volgende maand zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar verwacht worden.

Besluit freatisch grondwater

Augustus 2025 was net als de lente en zomer van 2025 zeer droog qua neerslaghoeveelheid. Onder invloed van de droogte evolueerde het freatische grondwater naar een steeds drogere situatie. Het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar nam gestaag toe: Op 02/09/2025 vertoonde 72% van de meetlocaties een lage (22%) tot zeer lage (50%), 16% een normale, en 12% een hoge (9%) tot zeer hoge (3%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

Meer info over de werking van het grondwatersysteem (en de betekenis van lage grondwaterstanden) vind je in dit filmpje. Op dov.vlaanderen.be vind je alle grondwaterstanden, de huidige toestand en de interactieve kaart voor het freatische grondwater.