Bilzen Formatie
Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.
Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.
Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie
Referentiesecties
Boringen
Tijdelijke ontsluitingen
Data
Van de Bilzen Formatie werden vier stalen geanalyseerd voor korrelgrootte, van het Berg Lid (Figuur 1). Het Berg Lid bestaat hoofdzakelijk uit fijn homogeen of gelamineerd zand (Laga et al., 2001). Drie van de geanalyseerde stalen bestaan uit eerder goed gesorteerd fijn zand, met een mode rond 150 µm. Eén staal, het onderste uit de bemonsterde sectie in de groeve Roelants te Lubbeek, heeft een sterk afwijkende verdeling. Naast de mode rond 150 µm, is er een grotere groffe mode van 568 µm, die kan wijzen op een basisgrind. Tegelijk heeft dit staal ook een veel grotere fijne fractie, met een d10 van 1 µm (Tabel 1).
Het glauconietgehalte is verwaarloosbaar (< 1 %) o.b.v. het geanalyseerde staal (Tabel 2). Ook het organisch koolstofgehalte is zeer laag (< 0.1 %). Eén van de onderzochte stalen heeft wel een significant gehalte inorganische koolstof (4 %) (Tabel 3), gerelateerd aan de schelpen(lagen) die voorkomen in dit lid (Vandenberghe, 2017).
Sleutelreferenties
BATJES, D.A.J., 1958. Foraminifera of the Oligocene of Belgium. Verhandelingen Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, 143.
DE HEINZELIN, J. & GLIBERT, M., 1956. Rupélien, Voort, Boncelles, Berg. In Lexique Stratigraphique International, vol. I: Europe, Fasc. 4a, VII.
GLIBERT, M., 1955. Quelques espèces nouvelles ou mal connu de l'Oligocène mo-yen et supérieur de la Belgique. Bulletin de l'Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgiques, 31, nr. 86.
GLIBERT, M., 1957. Pélécypodes et gastropodes du Rupélien supérieur et du Chat-tien de la Belgique. Mémoir de l'Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgiques, nr. 137.
GLIBERT, M. & DE HEINZELIN, J., 1954. L'Oligocène Inférieur Belge. In Vo-lume jubilaire Victor Van Straelen 1925-1954. Institut Royal des Sciences Naturelles de Belgique, 1: 281-438.
GULINCK, M., 1975. Belgische Geologische Dienst, Document MG/75/338.
KRUISSINK, E.C., VAN HINSBERGH, V.W.M. & JANSSEN, A.W., 1978. Een oost-west profiel door Oligocene afzettingen in de gemeente Borgloon (België, pro-vincie Limburg). Mededelingen van de Werkgroep Tertiaire en Kwartaire Geologie, 15(1): 3-18.
MARECHAL, R., 1993. A new lithostratigraphic scale for the Palaeogene of Bel-gium. Bulletin Belgische Vereniging voor Geologie, 102(1-2): 215-229.
ORTLIEB, J. & DOLLFUSS, G., 1873. Compte rendu de géologie stratigraphique de l'excursion de la société malacologique de Belgique dans le Limbourg belge le 18 et 19 mai. Annales de la Société Malacologique de Belgique, 8: 38-57.
RUTOT, A., 1873. Rapport au point de vue paléontologique de l'excursion entreprise le 18 et 19 mai 1873. Annales de la Société royale de Malacologie de Belgique, 8: 58-69.
VANDENBERGHE, N., 2017. Ernest Van den Broeck medallist lecture 2016: Tectonic and climate signals in the Oligocene sediments of the Southern North-Sea Basin. Geologica Belgica 20 (3-4), 105-123.
Vandenberghe N., Hager H., van den Bosch M., Verstraelen A., Leroi S., Steurbaut E., Prüfert J., & Laga P. (2001) Stratigraphical Correlation by calibrated well logs in the Rupel Group between North Belgium, the Lower-Rhine area in Germany and Southern Limburg and the achterhoek, in The Netherlands. Aardkundige Mededelingen, 11, 69-84, University Press Leuven.
VAN DEN BROECK, E., 1883. Explication sur la feuille de Bilsen pour les terrains oligocènes. Musée Royale d'Histoire Naturelle de Belgique, Service Carte géologique du Royaume de Belgique.
VAN DEN BROECK, E. & RUTOT, A., 1883. Explication de la feuille de Bilsen. Musée royale d'Histoire Naturelle de Belgique, Service de la Carte Géologique du Royaume, 1883.