Lede Formatie

Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.

Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.

Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie

Lede Formatie

Voorkomen

Referentiesecties

Groeve Balegem

Boringen

Tijdelijke ontsluitingen

Data

Van de Formatie van Lede werden 7 stalen geanalyseerd voor korrelgrootte (Verhaegen & De Nil, 2023). De Lede Formatie is een kalkhoudend en glauconiethoudend fijn zand (Mourlon, 1873; Fobe, 1988).

korrelgroottecurves Lede Fm — **Figuur 1.** Korrelgrootteverdelingscurves van de geanalyseerde stalen van de Lede Formatie (uit Verhaegen & De Nil, 2023).

korrelgroottestatistieken Lede Fm — ***Tabel 1.*** *Korrelgroottestatistieken van de onderscheiden stratigrafische éénheden (uit Verhaegen & De Nil, 2023). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.*

Er komen enkele lagen met zandige kalksteenbanken of kalkhoudende zandsteenbanken voor, waarvan de Balegemse steen momenteel nog ontgonnen wordt. De stalen uit deze studie bestaan uit goed gesorteerd fijn tot gemiddeld zand met een mode van 177 ± 53 μm (Figuur 1). Het kleigehalte is zeer laag, resulterend in een d10 van 42 ± 27 μm (Tabel 1).

glauconietstatistieken Lede Fm — **Tabel 2.** Het gemiddelde glauconietgehalte (met standaard deviatie = sd) in de fractie 63µm-1mm van de geanalyseerde éénheden (uit Verhaegen & De Nil, 2023). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.

koolstofstatistieken Lede Fm — **Tabel 3.** Het gemiddelde organisch (TOC) en anorganisch (TIC) koolstofgehalte (met standaard deviatie = sd) van de geanalyseerde éénheden (uit Verhaegen, 2022). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.

Er is glauconiet aanwezig maar slechts in beperkte mate (1.6 ± 1.2 %) (Tabel 2). Het anorganisch koolstofgehalte is sterk variabel door ontkalking nabij het maaiveld (0.37 ± 0.64 %) (Tabel 3).

Sleutelreferenties

Dumont, A., 1839. Rapport sur les travaux de la carte géologique pendant l'année 1839. Bulletin de l'Académie Royale des Sciences, Lettres et Beaux-Arts de Belgique, 6: 464-485.
Dumont, A., 1851. Note sur la position géologique de l'argile rupelienne et sur le synchronisme des formations tertiaires de la Belgique, de l'Angleterre et du Nord de la France. Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 18 (2): 179-195.
Fobe, B., 1986. Petrografisch onderzoek van de coherente gesteenten van het Eoceen in Laag- en Midden-België. Doctoraatsthesis, Rijksuniversiteit Gent, Gent.
Fobe, B., 1988. Formatie van Lede. In Maréchal, R. & Laga, P., Voorstel lithostrati-graphische indeling van het Paleogeen. Belgische Geologische Dienst, Brussel, p. 136-140.
Fobe, B. & Spiers, V., 1992. Sedimentology and facies distribution of the Lede Formation (Eocene) in Belgium and Northern France. Contributions to Tertiary and Quaternary Geology, 29(1-2): 9-20.
Gulinck, M. & Hacquaert, A., 1954. L'Eocène inférieur. In: Prodrome d'une description géologique de la Belgique. H. Vaillant-Carmanne, Liège, p. 451-493.
Houthuys, R. & Gullentops, F., 1985. Brusseliaan faciëssen en hun invloed op het reliëf ten zuiden van Brussel. Bulletin Belgische Vereniging voor Geologie, 94: 11-18.
Houthuys, R. & Gullentops, F., 1988. Tidal transverse bars building up a longitudinal sand body (Middle Eocene, Belgium). In: De Boer, P., Van Gelder, A. en Nio, S.: Tide influenced sedimentary environments, 153-166.
Kaasschieter, J., 1961. Foraminifera of the Eocene of Belgium. Verhandelingen van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, 147: 1-271.
Leriche, M., 1912. L'Eocène des bassins parisien et belge. (livret-guide de la ré-union extra-ordinaire de la Soc. Géol. de France). Bulletin de la Société Géologique de France, série 4, 12: 692-807.
Mignion, G., 1969. Les sablières de la province du Hainaut et la partie wallonne de la province de Brabant. Annales des Mines, p. 951-981.
Mourlon, M., 1873. La géologie. In Van Bemmel, E., Ed., Patria belgica, tome I: Belgique physique. Bruylant-Christophe, Bruxelles, p. 177-192.
Mourlon, M., 1880. Géologie de la Belgique, tome I: 1-317.
Mourlon, M., 1887. Sur une nouvelle interprétation de quelques dépôts tertiaires. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, Lettres, série 3, 14: 15-19.
Rijksgeologische Dienst & Nederlandse Aardoliemaatschappij, 1980. Stratigraphic nomenclature of the Netherlands. Verhandelingen van de Koninklijke Nederlandse Geologisch en Mijnbouwkundig Genootschap, 32.
Rutot, A. & Vincent, E., 1879. Coup d'oeil sur l'état actuel de l'avancement des connaissances géologiques relatives aux terrains tertiaires de la Belgique. Annales de la Société Géologique de Belgique, 6: M69-155.
Subgroup Lithostratigraphy and Maps, 1980. In F. Kockel, compiler, A lithostratigraphic scheme for the NW-European Tertiary Basin. Newsletter Strati-graphie 8(3): 236-237.
Vincent, E., 1887. Sur quelques coupes visibles sur le territoire de la planchette de Saventhem. Annales de la Société royale de Malacologie de Belgique, 22: 40-46.