Gentbrugge Formatie
Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.
Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.
Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie
Boringen
Tijdelijke ontsluitingen
Data
Van de Formatie van Gentbrugge werden voorlopig slechts twee stalen geanalyseerd voor korrelgrootte, van het Lid van Pittem (Figuur 1).
Het Pittem Lid bestaat uit laagjes van siltige klei en kleiig fijn zand (Steurbaut et al., 2016). De geanalyseerde stalen lijken inderdaad de twee verschillende faciessen te vertegenwoordigen (Figuur 1). Eén staal is zeer fijn met een mediaan van 13 µm en de grootste mode op 19 µm, al komen er ook nog twee iets grovere pieken in de verdeling voor, tussen 50 en 100 µm. Het tweede staal heeft een mediaan van 39 µm en een veel grovere mode in de fijne tot gemiddelde zand fractie, van 223 µm (Figuur 1).
Het enige geanalyseerde staal voor glauconiet heeft een hoog glauconietgehalte in de fractie 63µm-1mm, van 26 %. Het anorganisch koolstofgehalte van het geanalyseerde staal is zeer laag maar er is wel significante aanwezigheid van organische koolstof (0.2 %) (Verhaegen, 2022).
Sleutelreferenties
Bolle, I. & Jacobs, P., 1993. Lithostratigraphy of the Egem Member (Ypresian) South‐East of the Gent agglomeration (Belgium). Bull. Belg. Ver. Geol. 102 : 258‐260.
Buffel, P.,Vandenberghe, N., Vackier, M., 2009. Toelichtingen bij de Geologische kaart van België, Vlaams Gewest Kaartblad 23 Mechelen Schaal 1:50 000. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Ondergrond en Natuurlijke Rijkdommen, Brussel.
de Heinzelin, J. & Glibert, M., 1957. Lexique Stratigraphique International. Vol. I. Europe, Fasc. 4a: France, Belgique, Pays‐Bas, Luxembourg. Fasc. 4a VII: Tertiaire. 217 p., 15 maps. Congrès Géologique International ‐ Commission de Stratigraphie, Mexico, 1956. Centre National de la Recherche Scientifique, Paris, VIIe, 1957.
De Moor, G. and Geets, S., 1973. Sedimentologie en litostratigrafie van de eocene afzettingen in het zuidoostelijk gedeelte van de Gentse agglomeratie. Natuurwetenschappelijk tijdschrift, 55: 129‐192.
De Moor, G. & Germis, A. 1971 ‐ Hydromorphologie du Bassin de la Molenbeek (Melle). Bull. Soc. belge Etud. Géogr., 40, 29‐68.
Fobe B., 1986. Petrografisch Onderzoek van de Coherente Gesteenten van het Eoceen in Laag‐ en Midden‐België. Doctoraatsproefschrift, R.U.Gent.
Fobe, B.,1995. Lithostratigraphy of the Vlierzele Formation (Ypresian, NW Belgium). Bull. Soc.Belge. Géol. t 104 (1‐2) : 133‐149.
Fobe, B., 1997. Review of the lithostratigraphy of the Middle Eocene in Northern Belgium. Contr. Tert. Quatern. Geol. 34 (3‐4): 53‐67.
Fobe, B., 1997b. Lithostratigrafische betekenis van een zandlaag tussen de Klei van Merelbeke en de Klei van Pittem (Eoceen‐België). Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 76 : 94‐99.
Geets, S. 1979 ‐ De overgang Ieperiaan‐Paniseliaan in de streek van Roeselare en Tielt. Natuurwet. Tijdschr., 60, 41‐69.
Geets, S., 1988. Ieper Groep. In: Maréchal, R. & Laga,P. (eds) Voorstel Lithostratigrafische indeling van het Paleogeen. Nationale Commissie Stratigrafie. Commissie Tertiair p 81‐113.
Geets, S., Maréchal, R., Laga, P., 2000. Lithostratigrafie van het Paleogeen (Nl/Fr). Stratigrafische Commissie Tertiair.
Gulinck, M. 1967 ‐ Profils de l’Yprésien dans quelques sondages profonds de la Belgique. Bull. Soc. belge Géol., 76, 109‐113.
Gulinck M. and Hacquaert A., 1954. L'Eocène. In: P. Fourmarier (ed). Prodrome d'une deseription géologique de la Belgique. Soc. Géol. Belg., Liège 1954, chp.XIV, p.451‐493.
Hacquaert, A., 1939. De overgang van Ieperiaan to Lutetiaan te Aalter (Kanaal). Natuurwetenschappelijk Tijdschrift p 323‐325. Gent.
Houthuys, R. & Gullentops, F., 1988. The Vlierzele sands (Eocene, Belgium) : a tidal ridge system. In : P.L. De Boer et al. (eds) Tide‐Influenced Sedimentary Environmenst and Facies : 139‐152. D. Reidel Publishing Company.
Jacobs, P., De Ceukelaire, M., De Breuck, W., De Moor, G., 1996a. Toelichtingen bij de Geologische kaart van België Vlaams Gewest Kaartblad 22 Gent,1:50 000. Belgische Geologische Dienst & Min. Vlaamse gemeenschap, Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Brussel.
Kaasschieter, J.P.M. 1961 ‐ Foraminifera of the Eocene of Belgium. Verh. Kon. Belg. Inst. Natuurwet., 147, 271 p.
Maréchal, R., 1993. A new lithostratigraphic scale for the Paleogene of Belgium. Bulletin Belgische Vereniging voor Geologie, 102 (1‐2), 215‐229.
Steurbaut, E., 1991. Ypresian calcareous nannoplankton biostratigraphy and paleogeography of the Belgian Basin. Bull. Belg. Ver. Geol. 97 (1988): 251‐286.
Steurbaut, E., 1998. High –resolution holostratigraphy of Middle Paleocene to Early Eocene strata in Belgium and adjacent areas. Palaeontographica Abt.A, Bd 247, Lfg.5‐6: 91‐156.
Steurbaut, E., 2006. Ypresian. Geologica Belgica 9/1 : 73‐93.
Steurbaut, E., 2011. New calcareous nannofossil taxa from the Ypresian (Early Eocene) of the North Sea Basin and the Turan Platform in West Kazakhstan. Bulletin de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique, Sciences de la Terre, 81: 247‐277,2 pls, 26 figs.
Steurbaut E. & Nolf, D., 1986. Revision of Ypresian stratigraphy of Belgium and northwestern France. Meded. Werkgr. Tert. Kwart. Geol. 23, 4: 115‐172.
Steurbaut, E. , De Ceukelaire,M., Lanckacker T., Matthijs, J., Stassen, P., Van Baelen H., Vandenberghe, N., 2016. Lithostratigraphy Ieper Group. http://ncs.naturalsciences.be/paleogene‐neogene/ieper‐group. https://ncs-old.naturalsciences.be/sites/default/files/Litho%20Ieper%20Group%20201702.pdf
Steurbaut,E., Dupuis, C.,Jacobs, P., 2003. Field guide to the Ypresian stratotype. Symposium on the Paleogene 25‐30 August 2003, Leuven, Belgium.
Steurbaut,E.,King,C., Matthijs, J., Noiret, C., Yans, J., Van Simaeys, S., 2015. The Zemst borehole, first record of the EECO in the North Sea Basin and Implications for the Belgian Ypresian‐Lutetian stratigraphy. Geologica Belgica vol 18, n°2‐4 :147‐159
Vandenberghe, N., Laga, P., Steurbaut, E., Hardenbol, J. & Vail, P.R. (1998). Tertiary Sequence Stratigraphy at the Southern Border of the North Sea Basin in Belgium. In: (Eds): de Graciansky, P.C.,Hardenbol,J.,Jacquin, Th. & Vail, P.R., Mesozoic and Cenozoic Sequence Stratigraphy of European Basins. SEPM Special Publication, 60, 119‐154.
Vandenberghe, N.,Van Simaeys, S.,Steurbaut, E., Jagt, J.W.M. & Felder, P.J., 2004. Stratigraphic architecture of the Upper Cretaceous and Cenozoic along the southern border of the North Sea Basin in Belgium. Netherlands Journal Geosciences/Geologie & Mijnbouw Vol 83, N°3 :155‐172.
Van Simaeys, S., 1999. Dinoflagellaten van de Ieperiaan‐Lutetiaan overgang in het Belgisch Bekken. Lic. Thesis,Vakgroep geologie en bodemkunde, Universiteit Gent, Belgium
Welkenhuysen, K. & De Ceukelaire, M., 2009. Tertiair lithostratigrafische interpretatie op basis van geofysische boorgatmetingen van de boringen van meetnet 1 VMM‐afdeling Water uitgevoerd in 2005‐2006. Geological Survey of Belgium. Professional Paper2009/2 N°306.
Willems, W. & Moorkens, T., 1991. The Ypresian stage in the Belgian Basin. Bull. Belg. Ver. Geol. 97 (1988): 231‐249.
Wouters L. & Vandenberghe N., 1994. Geologie van de Kempen.Een synthese. NIRAS‐ ONDRAF, Brussel pp 208.