Boorgatmetingen

Deze kaart is een voorstelling van boorlocaties in Vlaanderen waar documentatie over de boorgatmetingen beschikbaar zijn in de vorm van een pdf-document. Deze gegevensverzameling is in samenwerking met ALBON en de Belgische Geologische Dienst tot stand gekomen, waarbij de metingen uit beide archieven verzameld werden. Daarnaast werden boorgatmetingen gedistilleerd uit het papieren archief van Prof. Em. De Breuck. Deze worden continu toegevoegd aan deze kaartlaag. Op termijn zal deze laag uitgebreid worden, indien er meer data ter beschikking komen.

Een boorgatmeting is een registratie tegen de diepte van één of meer fysische eigenschappen van het boorgat zelf, van de grondsoort of van het grondwater die in of om het boorgat door een meetapparaat (sonde) wordt gemeten. Voor elke doelstelling zijn andere fysische parameters gewenst. Op basis van deze metingen kan men de lithologie, toestand van het boorgat en eventueel het grondwater reconstrueren. Een meetinstrument wordt in het boorgat naar beneden gelaten. Op deze manier kan men ondiepe tot zeer diepe metingen uitvoeren.


De metingen kunnen onderverdeeld worden in elektrische en elektromagnetische metingen, radioactieve metingen (natuurlijke straling, dichtheid, porositeit etc.), akoestische/seismische metingen, optische metingen, stromingsmetingen en vloeistofkwaliteitsmetingen (geochemie).

De meest voorkomende parameters zijn:

  • SN/short normal en LN/long normal (schijnbare resistiviteiten): deze metingen geven de schijnbare elektrische resistiviteit (in Ohm.meter) weer van de ondergrond met het daarin aanwezige zoet, brak of zout grondwater.
  • GAMMASTRALING/GR/gamma ray: een meting van de straling uitgezonden door in de ondergrond natuurlijk aanwezige radioactieve elementen zoals kalium, uranium en thorium. Normaliter hebben kleilagen een hoge GR-waarde en vertonen zanden een lage GR-waarde.
  • DIAMETER/CALIPER: de diameter van het boorgat. Dit geeft uitsluitsel over insnoeringen (waar wellicht kleilagen opzwellen) en uitspoelingen (waar de boorkop meer materiaal heeft weggeslagen).
  • ELEKTRISCHE WEERSTAND/RES/resistance: de weerstand (in Ohm) ter plekke, die lokaal een beeld van de elektrische weerstand i.p.v. de meer gemiddelde SN en LN metingen.
  • SP/spontaneous potential: deze spanningsmeting (in millivolt) geeft de lokale elektrochemische en elektrokinetische spanningsverschillen die optreden bij kleien en bestanddelen in de boorspoeling die neerslaan op de boorgatwand.
  • Soms wordt er ook een geologische interpretatie op het rapport weergegeven.