Definities geothermie
Geothermie of aardwarmte is energie die in de vorm van warmte in de bodem zit opgeslagen.
Deze aardwarmte is een intrinsieke eigenschap van het vaste deel van de aarde, de geologische lagen in de ondergrond. Vanaf enkele meters diep stijgt de temperatuur met gemiddeld 3°C per 100m, een normale geothermische gradiënt die ook in de Vlaamse ondergrond aanwezig is.
De aardwarmte kan op verschillende manieren benut worden.
- Het grondwater dat door de poreuze lagen stroomt neemt deze warmte en kan ze op haar beurt afgeven aan een extern systeem.
- Niet-poreuze gesteenten kunnen licht gefractureerd worden. Water dat hier doorheen circuleert, kan de warmte van het gesteente opnemen en naar de oppervlakte transporteren (Hot-Dry rock).
De term ‘geothermie’ wordt gebruikt voor verschillende systemen:
- Laaggradige geothermie, <50°C: benut d.m.v. horizontale (niet echt geothermie s.s.) en verticale boorsystemen;
- Lage enthalpie geothermie, 50-150°C: aangewend d.m.v. doublet boorsystemen;
- Hoge enthalpie geothermie, >150°C: aangewend voor elektriciteitscentrales;
- Hot-Dry rock (HDR, EGS Enhanced Geothermic System) systemen.
Laaggradige geothermie wordt veelvuldig toegepast in Vlaanderen. Koude-warmteopslag (KWO) kan hierin gesitueerd worden. Bij KWO wordt het ondiepe grondwater in de zomer opgepompt voor koeling, het warme water wordt terug gepompt. In de winter kan dit warme water terug opgepompt worden voor warmte. Hier wordt de ondiepe ondergrond, met zijn isolerende eigenschappen, gebruikt als opslagplaats voor energie. Met ‘geothermie’ wordt meestal de diepere geothermie en zijn toepassingen bedoeld. Hierbij wordt het diepe warme grondwater opgepompt om te gebruiken als warmtebron. Na koeling wordt het teruggepompt via een injectieput en via de natuurlijke grondwaterstroming en de geothermische gradiënt zal dat terug opwarmen, en terugstromen naar de winningsput.