Grondwaterstandindicator 02-12-2020
Info
De grondwaterstandsindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 11 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de afgelopen 30 jaar.
- Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina van de grondwaterstandindicator.
- Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner ? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'.
- Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '.
- De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.
datum rapport: 08-12-2020
referentiedatum: 02-12-2020
aantal meetplaatsen gebruikt: 151
Historische vergelijking
-
Absolute vergelijking: Staat het freatisch grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar)?
Op 2/12/2020 vertonen 69% van de locaties nog een zeer lage (36%) of lage (33%) absolute grondwaterstand (Figuur 1). De stijging van de grondwaterpeilen die zich vanaf eind september voordeed, blijft zich verderzetten, maar wel veel minder snel dan in de periode tot begin oktober. De oorzaak hiervan ligt in het uitblijven van belangrijke hoeveelheden neerslag de afgelopen maand(en).
In vergelijking met hetzelfde tijdstip vorig jaar zijn er momenteel meer locaties met lage tot zeer lage grondwaterstanden (69% op 2/12/2020 t.o.v. 55% op 2/12/2019). Vorig jaar bereikten we eind november (26/11/2019) reeds het aandeel locaties met lage/zeer lage peilen dat we nu pas begin december waarnemen (02/12/2020). In vergelijking met vorig jaar zit er dus een weekje vertraging op het herstel.
-
Relatieve vergelijking: Wat is de toestand van de freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar?
Op 02/12/20 vertonen 85% van de locaties een zeer lage (56%) of lage (29%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar (Figuur 2). Na een sterke afname van het aandeel zeer lage en lage relatieve grondwaterstanden vanaf eind september stagneerde dat herstel daarna. Vanaf begin november 2020 stellen we zelfs opnieuw een stijging vast van vooral het aandeel zeer lage standen voor de tijd van het jaar. In combinatie met Figuur 1 kunnen we stellen dat de peilen absoluut wel stijgen de afgelopen maand, maar dat het herstel trager verloopt dan verwacht. Daardoor zien we een toename van het aandeel lage tot zeer lage peilen voor de tijd van het jaar. In vergelijking met hetzelfde tijdstip vorig jaar zijn er dit jaar wat meer locaties met lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar (85% op 2/12/2020 t.o.v. 78% op 2/12/2019). Vorig hydrologisch jaar (dit loopt van 1 april tot en met 31 maart) werd ook gekenmerkt door een groot aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Die situatie bleef toen bestaan tot begin februari 2020.
Is het freatische grondwater gestegen of gedaald ?
Ten opzichte van vorige maand zijn de (absolute) peilen op 63% van de locaties gestegen, op 28% van de locaties gelijk gebleven en op 9% van de locaties gedaald. Stijgende grondwatertafels zijn de normale trend voor het najaar. Toch blijven voor de tijd van het jaar op 85% van de locaties de peilen zeer laag (56%) tot laag (29%).
Relatieve grondwaterstandindicator met stijgende/dalende peilen: (Figuur 3):
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage freatische grondwaterstanden verwacht?
Bij droog weer verwachten we volgende maand op 25% van de locaties verspreid over Vlaanderen tegelijk absoluut én relatief zeer lage grondwaterstanden, bij normaal weer op 14%, en bij nat weer nog steeds op 9% van de locaties (Figuur 4).
Volgende maand worden er enkel bij nat weer (absoluut én relatief) op meerdere locaties (ca. 6% van de locaties) zeer hoge grondwaterstanden verwacht (Figuur 5).
Besluit
Ten opzichte van vorige maand zijn de (absolute) peilen op het merendeel van de locaties (63%) gestegen. Stijgende grondwatertafels zijn de normale trend voor het najaar. Toch vertonen op 2/12/2020 nog steeds 69% van de locaties een zeer lage (36%) of lage (33%) absolute grondwaterstand.
De freatische grondwaterstanden stijgen wel, maar het herstel verloopt trager dan verwacht door de eerder geringe hoeveelheden neerslag in november. Daardoor blijven op 85% van de locaties ook voor de tijd van het jaar de peilen zeer laag (56%) tot laag (29%). Op die locaties verwachten we rond deze tijd van het jaar een hogere grondwatertafel.
Het freatische grondwater bevindt zich op dit moment in een gelijkaardige, maar iets “drogere” toestand, als op hetzelfde tijdstip vorig jaar. Ook 2019 werd gekenmerkt door droogte.