Grondwaterstandindicator 05-08-2023

  

Info

De grondwaterstandindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 11 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de afgelopen 30 jaar.

  • Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina  van de grondwaterstandindicator.
  • Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'.
  • Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '. 
  • De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op www.opdehoogtevandroogte.be.

datum rapport: 07-08-2023
referentiedatum: 05-08-2023
aantal gebruikte meetplaatsen: 154

Historische vergelijking

De freatische grondwaterstand schommelt tijdens het jaar: hoog op het einde van de winter en laag op het einde van de zomer. Met de grondwaterstandindicator kijken we naar de toestand van het grondwater t.o.v. alle peilen gedurende het jaar (absolute vergelijking) en de toestand voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking).

  • Absolute vergelijking: Staat het freatisch grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar)?

Op 5/08/2023 vertoonde 57% van de meetplaatsen een lage (45%) tot zeer lage (12%) freatische grondwaterstand (begin juli 2023 ging het nog om resp. 59% en 15%). 38% vertoonde een normale en 5% een hoge grondwaterstand (Figuur 1).

Op figuur 1 is vanaf maart 2022 tot september 2022 een gestage toename van het aandeel lage tot zeer lage grondwaterstanden te zien, en daarna een gestage afname. Vanaf eind mei 2023 neemt het aandeel lage grondwaterstanden opnieuw zeer sterk toe van bijna geen tot 74% begin juli. De snelheid van deze toename is te wijten aan de lange periode zonder neerslag (te Ukkel) van 16 mei t.e.m. 16 juni. Het aandeel hoge tot zeer hoge grondwaterstanden vertoonde de afgelopen maanden een sterke variatie onder invloed van de weersomstandigheden. In januari 2023 was er een toename, zoals te verwachten is tijdens de winter. Februari 2023 was zeer droog en maart 2023 zeer nat, wat eerst zorgde voor een sterke afname en daarna weer een sterke toename in het aandeel (zeer) hoge grondwaterstanden. Vanaf half april zien we dan een sterke afname tot de verwaarloosbare aandelen begin juli.

Momenteel bevinden we ons in het hydrologische zomerseizoen (april tot eind september). Een verschuiving naar klassen met lagere absolute grondwaterstanden zou nu de normale trend zijn. Maar als gevolg van een erg natte maand juli is het aandeel normale grondwaterstanden toegenomen en het aandeel lage en zeer lage absolute grondwaterstanden afgenomen. Er is zelfs al een beperkte toename van het aandeel hoge grondwaterstanden op te merken.

Was de situatie van de (absolute) freatische grondwaterstanden begin juli 2023 nog zeer gelijkaardig aan de situatie op hetzelfde tijdstip in 2022, dan is dit begin augustus 2023 totaal anders dan begin augustus vorig jaar: op 1/08/2022 vertoonde 91% van de meetplaatsen een lage (25%) tot zeer lage (66%) freatische grondwaterstand.

samenvatting_filter_absolute_bron.png

Figuur 1: Absolute toestand van de freatische grondwaterstand: Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand (ten opzichte van alle peilen van de afgelopen 30 jaar). In de winter worden vooral hoge grondwaterstanden verwacht, in de zomer vooral lage.

 

  • Relatieve vergelijking: Wat is de toestand van de freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar?

Op 5/08/2023 vertoonde 21% van de meetplaatsen een lage (14%) tot zeer lage (7%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 47% vertoonde een normale en 32% een hoge (21%) tot zeer hoge (11%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar (Figuur 2).

Figuur 2 geeft aan dat na een nat 2021, gevolgd door een droge lente en uiterst droge zomer in 2022, het aandeel lage tot zeer lage standen voor de tijd van het jaar begin september 2022 een maximum had bereikt, vergelijkbaar met de droge periodes van de voorbije droge zomers 2018-2020. Vanaf begin september zien we een omkering van een droge naar een eerder natte situatie, met uitzondering van de zeer droge februari 2023, waarin het aandeel  ‘laag tot zeer laag’ zeer sterk steeg, wat nadien weer gecompenseerd werd door de zeer natte maanden maart en april 2023.

Gezien het van midden mei tot midden juni 2023 dan weer erg droog was, is op Figuur 2 een sterke afname van het aandeel (zeer) hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar te zien en een toename van het aandeel normale en lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Als gevolg van de grote hoeveelheden neerslag in juli, alsook de lage temperaturen voor de tijd van het jaar, zien we in juli 2023 het aandeel lage tot zeer lage grondwaterpeilen snel weer afnemen en bovendien het aandeel hoge tot zeer hoge grondwaterpeilen toenemen. Ter vergelijking: op 4/07/2023 vertoonde 6% van de meetplaatsen een hoge (4%) tot zeer hoge (2%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

Begin augustus 2023 zijn de grondwaterstanden totaal anders dan begin augustus 2022, toen we te maken hadden met een erg droge situatie voor de tijd van het jaar. Op 79% van de meetplaatsen werd toen een lage (44% ) tot zeer lage (35%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar opgemeten, met amper in 18% van de meetplaatsen normale en in 3% lage en zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar.
samenvatting_filters_relative_bron.png

Figuur 2: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand: percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

Onderstaande kaart (figuur 3) toont voor Europa op 31/07/2023 een oppervlakkige grondwaterdroogte-indicator van NASA op basis van modellen en satellietdata. Hieruit blijkt dat vooral in Centraal-Europa (as Frankrijk-Polen), de Franse kustlijn en een groot deel van Portugal de getoonde indicator zeer droge waarden vertoont.

Figuur 3:  Oppervlakkige grondwaterdroogte-indicator van NASA voor Europa

Figuu3: Oppervlakkige grondwaterdroogte-indicator van NASA voor Europa op 31/07/2023, gebaseerd op modellen en GRACE-FO Data (beschikbaar op https://nasagrace.unl.edu, geconsulteerd op 7/08/2023)

Figuur 4 toont de grafiek voor de relatieve toestand van 1/1/2000 tot 1/07/2023. In de periode 2017-2020 zagen we duidelijk langere periodes met grotere percentages lage tot zeer lage freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. Iets langere periodes met belangrijke aandelen normale/hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar kwamen toen bijna niet voor, met uitzondering van het voorjaar van 2018. De zomer van 2021 staat in sterk contrast met de droge periode daarvoor. Vanaf maart 2022 zien we terug stijgende percentages lage tot zeer lage freatische grondwaterstanden voor de tijd van het jaar. De 1e helft van 2023 varieert de situatie tussen droog en eerder nat. Deze (en de verdere) evolutie hangt af van hoeveel neerslag er valt en hoeveel water er verdampt. Neerslag en verdamping bepalen samen het neerslagtekort. Bij een groter dan normaal neerslagtekort is het logische gevolg dat ook de grondwaterstanden sneller dalen of trager herstellen dan normaal.

De voorspellingen voor klimaatverandering geven aan dat periodes van droogte langer zullen duren, vaker zullen voorkomen en intenser (=groter neerslagtekort) zullen zijn. We stellen vast dat de uitzonderlijke omstandigheden van de afgelopen jaren overeenkomen met deze voorspellingen (figuur 4).

samenvatting_filters_2000-01-01 tot 2023-07-01_relative_bron.png

Figuur 4: Relatieve toestand van de freatische grondwaterstand (1/01/2000 - 1/07/2023): Percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 

Is het freatische grondwater gestegen of gedaald ?

Op 5/08/2023 waren op 59% van de meetplaatsen de (absolute) freatische grondwaterstanden gestegen t.o.v. een maand eerder. 8% van de meetplaatsen bleef stabiel en op “slechts” 33% was er een daling.

Ter vergelijking: op 4/07/2023 werd op 94% van de meetplaatsen een daling van de (absolute) freatische grondwaterstanden t.o.v. een maand eerder vastgesteld.

Ondanks dat we ons momenteel in het hydrologische zomerseizoen bevinden, waar normaal onder invloed van stijgende temperaturen en het vegetatieve groeiseizoen de verdamping hoog is en dalende grondwaterstanden de normale trend zou zijn, meten we begin augustus 2023 als gevolg van de grote hoeveelheden neerslag veel stijgende grondwaterstanden.

Op 5/08/2023 vertoonde 21% van de meetplaatsen een lage (14%) tot zeer lage (7%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 47% vertoonde een normale en 32% een hoge (21%) tot zeer hoge (11%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar (Figuur 2).

De relatieve grondwaterstandindicator met stijgende/dalende peilen (Figuur 5):

current_status_map_bron.png

Figuur 5: Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de huidige freatische grondwaterstand.

 

Worden er volgende maand zeer lage of zeer hoge freatische grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand verwachten we bij droog weer op 7% van de meetplaatsen zeer lage (absolute én relatieve) grondwaterstanden, bij normaal en idem bij nat weer nog op 4% van de meetplaatsen (Figuur 6).  

Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zowel relatief als absoluut zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden worden verwacht.
Figuur 6: Meetplaatsen waar volgende maand zowel relatief als absoluut zeer lage (<P10) freatische grondwaterstanden
worden verwacht.

 

Volgende maand verwachten we bijna nergens tegelijk zeer hoge (absolute én relatieve) grondwaterstanden. 

 

Besluit freatisch grondwater

Op 5/08/2023 vertoonde 21% van de meetplaatsen een lage (14%) tot zeer lage (7%) freatische grondwaterstand voor de tijd van het jaar. 47% vertoonde een normale en 32% een hoge (21%) tot zeer hoge (11%) grondwaterstand voor de tijd van het jaar. Dit is een gevolg van de grote hoeveelheid neerslag en de eerder lage temperaturen voor de tijd van het jaar die Vlaanderen in juli troffen.

Meer info over de werking van het grondwatersysteem en de betekenis van lage grondwaterstanden vind je in dit filmpje. Op dov.vlaanderen.be vind je alle grondwaterstanden, de huidige toestand en de interactieve kaart voor het freatische grondwater.