Grondwaterstandindicator 06-03-2019
Info
datum rapport: 07-03-2019
referentiedatum: 06-03-2019
aantal meetplaatsen gebruikt: 154
- Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator' en naar de algemene pagina van de grondwaterstandindicator
- Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'.
- Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
De relatieve grondwaterindicator wijst op een droge tot zeer droge situatie op de meeste meetplaatsen. Op minder dan een vijfde van de meetplaatsen is de grondwaterstand normaal of natter dan we in deze periode van het jaar zouden verwachten. Het aandeel zeer droge meetplaatsen is in de loop van februari nog toegenomen tot meer dan 60%.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand (2017-02-06 tot 2019-03-06): % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Op veruit de meeste meetplaatsen is de grondwaterstand begin maart op een normaal peil als we alle metingen in alle periodes van het jaar beschouwen. Maar in een normaal jaar bereiken de grondwaterstanden hun maximum na de winter. Het algemeen voorkomen van gemiddelde peilen en het beperkt aantal meetplaatsen met hoge peilen in deze periode van het jaar wijst er dan ook op dat het grondwater tijdens de winter minder is aangevuld dan normaal.
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand (2017-02-06 tot 2019-03-06): % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
De evolutie van de grondwaterstand gedurende de voorbije maand verschilt van plaats tot plaats: op sommige plaatsen is er een stijging, elders een daling. Op de meeste plaatsen is de verandering kleiner dan de stijging die we in februari zouden verwachten. Vandaar dat de grondwaterstand op de meeste plaatsen nog steeds lager is dan normaal voor de tijd van het jaar.
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum (2019-03-06) van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
We verwachten volgende maand alleen plaatselijk zeer lage grondwaterstanden. In maart is de verdamping normaal nog beperkt, zodat het grondwater verder aangevuld kan worden en de peilen kunnen stijgen.
Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand (2019-04-06) zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
De grondwaterstand is op de meeste meetplaatsen nog steeds zeer laag voor de tijd van het jaar. Dat komt doordat de aanvulling van het grondwater die normaal in de winter plaatsvindt minder uitgesproken is geweest dan in andere jaren. Normaal zet die aanvulling zich nog door in de loop van maart. Daarom verwachten we eind volgende maand alleen plaatselijk zeer lage peilen bij normaal weer.