Grondwaterstandindicator 06-07-2020

Info

De grondwaterstandsindicator is gebaseerd op maandelijkse peilmetingen in het primair meetnet door de VMM, SCK en De Watergroep voor freatische peilfilters met continue meetreeksen van minstens 11 jaar. Die maandelijkse peilmetingen worden aangevuld met dagelijkse modelberekeningen voor de afgelopen 30 jaar.

  • Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator ' en naar de algemene pagina  van de grondwaterstandindicator.
  • Wil je de grafieken en cijfers van de meest actuele indicator meteen op kaart bekijken in de DOV-verkenner ? Neem dan een kijkje op de kaartlaag 'Grondwaterstandindicator freatisch grondwater voor de tijd van het jaar (meest actueel)'.
  • Wil je de rapporten van de afgelopen maanden en jaren bekijken, dat kan bij de 'Historische grondwaterstandindicator '. 
  • De actuele waterschaarste- en droogtetoestand in Vlaanderen kan u vinden op de webpagina "op de hoogte van droogte".

datum rapport: 08-07-2020
referentiedatum: 06-07-2020
aantal meetplaatsen gebruikt: 153

Absolute vergelijking: Staat het grondwater hoog of laag (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar)?

Op 6 juli waren de absolute grondwaterstanden op 37% van de locaties zeer laag, op 51% van de locaties laag, op 11 % van de locaties normaal en op 1% van de locaties hoog tot zeer hoog. De afgelopen maand nam het aandeel lage en zeer lage grondwaterstanden nog toe, maar de snelheid van die toename daalde in vergelijking met de periode half maart tot eind mei. De oorzaak daarvan is het opnieuw optreden van neerslag na een periode met zeer weinig neerslag. Dalingen van de freatische grondwaterstand zijn in het algemeen te verwachten tot het einde van het groeiseizoen.

In vergelijking met hetzelfde tijdstip vorig jaar zijn er dit jaar iets minder locaties van de grondwaterstandindicator met lage tot zeer lage absolute grondwaterstanden (ca. 88% op 6 juli 2020 t.o.v. ca. 92% op 6 juli 2019). Kijken we naar de volledige voorbije maand juni dan vertoonde juni 2020 over het algemeen wel iets meer lage tot zeer lage peilen dan juni 2019.

 samenvatting_filters_2019-06-06 tot 2020-07-06_absolute.png

Figuur 1: Absolute toestand van de grondwaterstand: percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand (ten opzichte van alle dagelijkse peilen van de afgelopen 30 jaar). 
In de winter worden vooral hoge grondwaterstand verwacht, in de zomer vooral lage.

 

Relatieve vergelijking: Wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

Voor de tijd van het jaar (relatieve vergelijking) zijn op 6 juli de grondwaterstanden: 32% zeer laag, 29% laag, 32% normaal, 4% hoog en 2% zeer hoog. Sinds begin juni zien we vooral een afname van het aandeel zeer lage grondwaterstanden voor de tijd van het jaar, en een toename van het aandeel normale standen voor de tijd van het jaar. Dat is een trendbreuk ten opzichte van de periode half maart – eind mei, waar het aandeel zeer lage standen vooral toenam. Uiteraard is ook hier het opnieuw optreden van neerslag sinds begin juni de oorzaak voor deze trendbreuk. De absolute peilen dalen vaak nog wel, maar ze dalen minder snel waardoor de situatie voor de tijd van het jaar iets normaliseert.

Toch vertoont nog zo’n 61% van de locaties lage tot zeer lage peilen voor de tijd van het jaar. Dat is ongeveer evenveel als op hetzelfde tijdstip vorig jaar (6/7/2019). Voor de voorbije maand juni vertoonde juni 2020 over het algemeen wel iets meer lage tot zeer lage peilen voor de tijd van het jaar dan juni 2019.

samenvatting_filters_2019-06-06 tot 2020-07-06_relative.png

Figuur 2: Relatieve toestand van de grondwaterstand: percentage van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand voor de tijd van het jaar.

 

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

Ten opzichte van vorige maand zijn de grondwaterstanden op 51% van de locaties gedaald, op 21% van de locaties gelijk gebleven en op 28% van de locaties gestegen.

Huidige toestand voor de tijd van het jaar, met verandering van grondwaterstand ten opzichte van vorige maand

Figuur 3: Huidige grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport.

 

 

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?

Bij droog weer verwachten we volgende maand op ongeveer 45% van de locaties verspreid over Vlaanderen absoluut én relatief zeer lage grondwaterstanden, bij normaal weer op 30%, en bij nat weer nog steeds op 15% van de locaties.

Voorspelling locaties met gelijktijdig zeer lage absolute en relatieve grondwaterstanden volgende maand in functie van verschillende weerscenario's

Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zowel met de relatieve als met de absolute vergelijking zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht.

 

 

Conclusie

De afgelopen weken daalden de absolute freatische grondwaterstanden minder snel dan in de drogere maanden daarvoor. Op 6 juli vertonen 37% van de locaties zeer lage peilen, naast 51% van de locaties met lage peilen (samen ca. 88%). Dalingen van de freatische grondwaterstand zijn in het algemeen te verwachten tot het einde van het groeiseizoen.

Het aandeel zeer lage peilen voor de tijd van het jaar nam in juni af. Toch vertonen op 6 juli nog 32% van de locaties zeer lage peilen voor de tijd van het jaar, naast 29% locaties met lage peilen voor de tijd van het jaar (samen ca. 61%). Op die locaties verwachten we een hogere freatische grondwaterstand op dezelfde dag in het jaar.

In vergelijking met begin juli 2019 vertonen de freatische grondwaterstanden dit jaar (begin juli 2020) zowel relatief als absoluut een gelijkaardig aandeel lage tot zeer lage peilen.