Grondwaterstandindicator april 2015

Info

datum rapport: 07-05-2015
referentiedatum: 30-04-2015
aantal meetplaatsen gebruikt: 158

Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.

Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

Op de meeste meetplaatsen was de grondwaterstand eind april normaal voor de tijd van het jaar. Zeer hoge en zeer lage grondwaterstanden kwamen in april slechts uitzonderlijk voor. Begin april was de grondwaterstand nog op ongeveer een derde van de meetplaatsen hoog voor de tijd van het jaar. In de loop van de maand is het dat percentage gedaald tot minder dan 1 op 10. Tegelijk is sinds half april het aandeel meetplaatsen met relatief lage grondwaterstanden toegenomen tot ongeveer 1 op 5.

Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?

Begin april was de grondwaterstand op de meeste meetplaatsen historisch hoog of zeer hoog. In de loop van de maand is dat aantal afgenomen. Sinds half april vinden we nagenoeg geen historisch zeer hoge grondwaterstanden meer en eind april was de grondwaterstand op minder dan 1 op 5 meetplaatsen hoog of zeer hoog. De afname van het aantal plaatsen met hoge of zeer hoge grondwaterstand loopt gelijk met een toename van het aantal plaatsen met een normale grondwaterstand. Absoluut lage of zeer lage grondwaterstanden kwamen in april weinig voor: zelfs op het einde van de maand ging het in totaal in minder dan 1 op 10 meetplaatsen.

Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

Op de meeste plaatsen is de grondwaterstand in de loop van april gedaald, wat heeft geleid tot grondwaterstanden die eind april doorgaans normaal tot laag waren voor de tijd van het jaar. In Limburg was de daling van de grondwaterstand minder uitgesproken. Daarenboven vinden we in het oosten van de provincie Antwerpen relatief meer meetplaatsen met een grondwaterstand die eerder hoog is voor de tijd van het jaar. Aan de Oostkust en het aangrenzend poldergebied komen dan weer relatief veel meetplaatsen voor met een lage grondwaterstand.

Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?

Volgende maand worden alleen bij droog weer zeer lage grondwaterstanden verwacht. Die zouden dan voornamelijk optreden in het noordwesten van Vlaanderen, in Limburg en plaatselijk ook in de grote riviervalleien.

Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht

Conclusie

In de loop van april is de grondwaterstand op de meeste plaatsen gedaald van een niveau dat historisch gezien eerder hoog was naar een normaal peil. Deze situatie is normaal voor de tijd van het jaar. De volgende maand verwachten we alleen bij droog weer zeer lage grondwaterstanden.