Grondwaterstandindicator april 2016

Info

datum rapport: 09-05-2016
referentiedatum: 30-04-2016
aantal meetplaatsen gebruikt: 158

Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.

Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

In april waren de grondwaterstanden vooral normaal en hoog voor de tijd van het jaar. Naar het einde van de maand toe zijn de grondwaterstanden gestegen, ca. 55 % van de grondwaterstanden waren dan hoog voor de tijd van het jaar en ca. 40 % waren normaal. Lage grondwaterstanden blijven in de volledige periode beperkt tot ca. 5 tot 15 % van de locaties (zie figuur 1).

Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?

Tijdens de maand april zijn de grondwaterstanden over het algemeen gedaald met een geleidelijke vermindering van het aantal hoge grondwaterstanden ten voordele van normale grondwaterstanden. Na de stijging aan het einde van de maand zijn er ca. 55 % hoge, 40 % normale en 5 % lage grondwaterstanden (zie figuur 2).

Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

Hoge, normale en dalende grondwaterstanden komen verspreid over heel Vlaanderen voor. De laagste en de meeste stijgende grondwaterstanden zijn vooral in het oosten van Vlaanderen aanwezig. In het westen van Vlaanderen zijn er zeer weinig stijgende en lage grondwaterstanden (zie figuur 3).

Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?

In de komende maand verwachten we een verdere daling van de grondwaterstanden. Zeer hoge grondwaterstanden (zie figuur 4) worden enkel op een klein aantal locaties verwacht, en dit enkel bij nat weer (op één plaats ook bij normaal weer). Bij droog weer worden er op ongeveer 10 % van de locaties, verspreid over Vlaanderen, zeer lage grondwaterstanden verwacht (zie figuur 5).

Figuur 4: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (> P90) grondwaterstanden worden verwacht

Figuur 5: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht

Conclusie

Tijdens de maand april is de grondwaterstand globaal genomen gedaald. Op het einde van de maand is het grondwater opnieuw gestegen. Eind april waren de grondwaterstanden verspreid over heel Vlaanderen nog steeds vooral hoog en normaal, en dit zowel historisch als voor de tijd van het jaar. Locaties met lage grondwaterstanden en locaties met stijgende grondwaterstanden komen vooral in het oosten van Vlaanderen voor. In het westen van Vlaanderen zijn de grondwaterstanden vooral en gedaald of stabiel gebleven maar hoog. We verwachten volgende maand een verdere daling van de grondwaterstanden. Bij droog weer kunnen er op een beperkt aantal locaties zeer lage grondwaterstanden voorkomen.