Grondwaterstandindicator juli 2016
Info
datum rapport: 08-08-2016
referentiedatum: 31-07-2016
aantal meetplaatsen gebruikt: 157
Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
Tijdens de maand juli zijn de grondwaterstanden vooral gedaald. Hierdoor is de toestand relatief gezien (voor de tijd van het jaar) geƫvolueerd naar een minder extreme situatie. In het begin van de maand was de toestand vooral zeer hoog voor de tijd van het jaar (> 80 % van de locaties). Aan het einde van de maand was de toestand zeer hoog tot hoger dan normaal (respectievelijk 43 % en 31 % van de locaties) met een beperkter aantal normale grondwaterstanden en zo goed als geen lager dan normale of zeer lage grondwaterstanden.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Door de dalende grondwaterstanden zijn aan het einde van de maand juli de grondwaterstanden vooral normaal (41 %), maar ook lager dan normaal (22 %) en hoger dan normaal (26 %). Er zijn nog 9 % zeer hoge grondwaterstanden. De situatie is vergelijkbaar met eind maart-begin april met dat verschil dat er nu veel meer lager dan normale grondwaterstanden voorkomen.
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
Dalende grondwaterstanden (84 % van de locaties) zijn goed gespreid over heel Vlaanderen en de stijgende grondwaterstanden komen vooral in Vlaams-Brabant en Limburg voor. Er is een duidelijk verschil tussen het oosten en het westen van Vlaanderen. Zeer hoge grondwaterstanden zijn vooral en in vrij grote mate in het in het oostelijk deel aanwezig en niet in het westelijk deel. In het westelijk deel zijn de grondwaterstanden eerder normaal en lager dan normaal.
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
Hoewel de toestand nog steeds zeer hoog tot hoger dan normaal is voor de tijd van het jaar verwachten we volgende maand weinig zeer hoge grondwaterstanden en dan vooral in de provincie Limburg. Volgende maand verwachten we geen zeer lage grondwaterstanden (niet afgebeeld op kaart).
Figuur 4: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (> P90) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
De grondwaterstanden zijn tijdens de maand juli op de meeste plaatsen en verspreid over Vlaanderen opnieuw beginnen dalen. Historisch gezien is de toestand op het einde van de maand juli in grote lijnen vergelijkbaar met eind maart - begin april, met dat verschil dat er nu meer lager dan normale grondwaterstanden voorkomen. Ondanks deze daling was de toestand voor de tijd van het jaar op het einde van de maand toch nog zeer hoog tot hoger dan normaal. De zeer hoge grondwaterstanden bevinden zich vooral in het oostelijk deel van Vlaanderen. In het westelijk deel zijn de grondwaterstanden eerder normaal en hoger dan normaal voor de tijd van het jaar.
We verwachten volgende maand geen extreme toestand. Zeer lage grondwaterstanden worden niet voorspeld en het beperkt aantal zeer hoge grondwaterstanden worden vooral in de provincie Limburg voorspeld.