Grondwaterstandindicator maart 2015
Info
datum rapport: 14-04-2015
referentiedatum: 10-04-2015
aantal meetplaatsen gebruikt: 158
Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
De meeste meetplaatsen hadden tussen 10 maart en 10 april een grondwaterstand die normaal is voor de tijd van het jaar. De nattere periode aan het einde van de maand maart zorgde voor een relatief beperkte (ongeveer 20%) toename van het aantal meetplaatsen met relatief hoge of zeer hoge grondwaterstanden, ten koste van het aantal plaatsen met grondwaterstanden die laag of zeer laag zijn voor de tijd van het jaar. Begin april is de trend omgekeerd en zien we een beperkte afname van het aantal meetplaatsen met een relatief hoge of zeer hoge grondwaterstand.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Begin maart was de grondwaterstand op de meeste plaatsen historisch hoog of zeer hoog. In de loop van de maand maart is het aantal plaatsen met historisch hoge of zeer hoge grondwaterstanden afgenomen tot minder dan 50 %. Eind maart was er een korte toename, gevold door opnieuw een daling vanaf begin april, zodat ongeveer de helft van de meetplaatsen op de referentiedatum van dit rapport (10/4) een historisch hoge of zeer hoge grondwaterstand heeft. Elders is de grondwaterstand meestal normaal. Historisch lage of zeer lage grondwaterstanden komen vandaag zeer weinig voor.
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
De grondwaterstand is op de meeste plaatsen gedaald ten opzichte van vorige maand. Op veel plaatsen leidde dit tot grondwaterstanden die normaal zijn voor de tijd van het jaar, al zijn er ook zones waar de grondwaterstand eerder hoog of zeer hoog is voor de tijd van het jaar (bv. in de Antwerpse Kempen), terwijl op andere plaatsen dan weer zeer lage grondwaterstanden aangetroffen worden (bv. langs de Kust).
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
Volgende maand worden bij normaal weer geen zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht. Bij nat weer zouden er verspreid, op een beperkt aantal meetplaatsen, zeer hoge grondwaterstanden kunnen voorkomen (niet weergegeven op kaart). Bij droog weer zouden op verschillende plaatsen zeer lage grondwaterstanden kunnen optreden, in het bijzonder aan de Oostkust en in de Oostvlaamse Polders.
Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
De voorbije maand is de grondwaterstand op de meeste plaatsen gedaald. Op de referentiedatum van dit rapport (10/4), is de grondwaterstand op ongeveer de helft van de meetplaatsen in absolute zin hoog of zeer hoog, maar toch normaal voor de tijd van het jaar. De volgende maand verwachten we bij normaal weer geen zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden.