Grondwaterstandindicator maart 2017
Info
datum rapport: 11-04-2017
referentiedatum: 31-03-2017
aantal meetplaatsen gebruikt: 157
Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.
Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?
Eind maand maart zijn de grondwaterstanden op meer dan de helft van de plaatsen normaal voor de tijd van het jaar (54 %). Op de rest van de locaties zijn de grondwaterstanden vooral lager dan normaal (32 %). Zeer lage, hoger dan normale en zeer hoge grondwaterstanden voor de tijd van het jaar komen weinig voor (respectievelijk op 9 %, 5 % en < 1 % van de locaties)
In de loop van de maand was de toestand vooral normaal maar de verhouding tussen hoge en lage grondwaterstanden varieerde sterk. Zo waren er rond midden maart tot ca. 30 % locaties met hoge grondwaterstanden en iets meer dan 10 % lage grondwaterstanden, dus bijna omgekeerd ten opzichte van het einde van de maand.
Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?
Tijdens de eerste helft van de maand stijgen de grondwaterstanden en pieken rond midden maart, waarbij drie kwart van de grondwaterstanden hoog waren en ca. 20 % normaal. Eind maart vermindert het aantal locaties met hoge grondwaterstanden drastisch tot een derde van de locaties en zijn 65 % van de locaties normaal. De algemene afname van lage grondwaterstanden ten voordele van normale en hoge grondwaterstanden die sinds oktober wordt waargenomen wordt echter verdergezet. We zien zowel een algemene daling van de gronwaterstanden ten opzichte van eind februari (er zijn minder hoge grondwaterstanden) als een stijging (er zijn steeds minder locaties met lage grondwaterstanden). De daling werd enkel in het laatste deel van maart waargenomen en moet nog bevestigd worden in april.
Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand
Is het grondwater gestegen of gedaald ?
Ten opzichte van eind februari zijn de grondwaterstanden eind maart meer gedaald dan gestegen (59 % vs. 34 %). Dalende grondwaterstanden komen verspreid over Vlaanderen voor, maar minder in Limburg. Stijgende grondwaterstanden komen vooral in het oostelijk deel van Vlaanderen voor.
Normale grondwaterstanden komen vooral voor in de noordelijke helft van Vlaanderen en daar meer in het westen dan in het oosten. Lage grondwaterstanden worden vooral in West- en Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant waargenomen.
Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport
Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht?
Volgende maand worden er weinig zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden verwacht en dit vooral bij respectievelijk nat en droog weer.
Figuur 4: Meetplaatsen waar volgende maand zeer hoge (> P90) grondwaterstanden worden verwacht
Figuur 5: Meetplaatsen waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht
Conclusie
Eind maart zijn de grondwaterstanden vooral normaal voor de tijd van het jaar. Tijdens de eerste helft van de maand stegen de grondwaterstanden, daarna daalden deze sterk.
Volgende maand worden er weinig extreme grondwaterstanden verwacht.