Grondwaterstandindicator september 2015

Info

datum rapport: 07-10-2015
referentiedatum: 30-09-2015
aantal meetplaatsen gebruikt: 158

Wil je meer informatie over hoe de grondwaterstandindicator, de kaarten en figuren op deze pagina zijn opgesteld? Neem dan zeker een kijkje op de pagina 'Opbouw grondwaterstandindicator'.

Relatieve vergelijking: wat is de toestand voor de tijd van het jaar?

Tijdens de maand september is het aantal locaties met relatief zeer lage grondwaterstanden vrij constant gebleven op ca. 15 % tot maximaal 20 % (zie figuur 1). Het aantal locaties met hoger dan normale grondwaterstanden is tijdens de maand lichtjes gestegen tot 10 %. Deze verandering ging vooral gepaard met een vermindering van het aantal locaties met lager dan normale grondwaterstanden (van 30 % naar 20 %).

samenvatting_filters_2014-08-30 tot 2015-09-30_relative

Figuur 1: Relatieve toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Absolute vergelijking: staat het grondwater historisch hoog of laag?

Het aantal locaties met zeer lage en lager dan normale grondwaterstanden blijft tijdens de maand september dominant maar verminderd geleidelijk aan. Eind september is de situatie vergelijkbaar met eind juni (25 % zeer lage, 45 % lager dan normale en 30 % normale grondwaterstanden, zie figuur 2).

samenvatting_filters_2014-08-30 tot 2015-09-30_absolute

Figuur 2: Absolute toestand van de grondwaterstand: % van de meetplaatsen met een historisch zeer lage, lage, normale, hoge of zeer hoge grondwaterstand

Is het grondwater gestegen of gedaald ?

De grondwaterstanden zijn tijdens de maand september op vele plaatsen en verspreid over Vlaanderen gestegen. In een groot deel van Vlaams-Brabant en Midden- en Noord-Limburg zijn de grondwaterstanden eerder dalend of stabiel. In West-Vlaanderen zijn de grondwaterstanden vooral normaal en hoger dan normaal voor de tijd van het jaar. Zeer lage grondwaterstanden zijn vooral in Oost-Vlaanderen en het westen van Vlaams-Brabant aanwezig. In het oostelijk deel van Vlaanderen zijn lager dan normale en normale grondwaterstanden dominant (zie figuur 3).

Huidige grondwaterstand

Figuur 3: Grondwaterstandsveranderingen en relatieve situering van de grondwaterstand op de referentiedatum van dit rapport

Worden er volgende maand zeer hoge of zeer lage grondwaterstanden nog op verwacht?

Volgende maand worden er, afhankelijk van het scenario, op 4 tot 13 % van de locaties zeer lage (zowel absoluut als relatief) grondwaterstanden verwacht. Deze zijn vooral centraal, langs de noordelijke rand en in het uiterste oosten van Vlaanderen gelegen (zie figuur 4). Zeer hoge grondwaterstanden worden maar op 3 % van de locaties verwacht, en dit enkel bij nat weer (niet op figuur afgebeeld).

Voorspelling grondwaterstand

Figuur 4: Overzichtskaart: locaties waar volgende maand zeer lage (< P10) grondwaterstanden worden verwacht

Conclusie

Tijdens de maand september zijn de grondwaterstanden globaal genomen gestegen, behalve in een groot deel van Vlaams-Brabant en Midden- en Noord-Limburg waar de grondwaterstanden stabiel en dalend waren (figuur 3). De absolute toestand eind september is vergelijkbaar is met eind juni, over het algemeen lage tot zeer lage grondwaterstanden met weinig hoge grondwaterstanden (figuur 2). Ook de relatieve toestand is minder laag voor de tijd van het jaar dan tijdens de maand augustus, er zijn geleidelijk aan minder lager dan normale grondwaterstanden ten voordele van de hoger dan normale grondwaterstanden (zie figuur 1). De algemene stijging van de grondwaterstanden is het duidelijkst te merken in West-Vlaanderen waar vooral normale en hoger dan normale grondwaterstanden, voor de tijd van het jaar, zijn. In het oostelijk deel van Vlaanderen is de toestand geƫvolueerd naar normale en lager dan normale grondwaterstanden terwijl in Oost-Vlaanderen en het westen van Vlaams-Brabant nog steeds veel zeer lage grondwaterstanden voorkomen (figuur 3).

Volgende maand worden er minder zeer lage grondwaterstanden verwacht (zie figuur 4). Op enkele locaties worden, enkel bij nat weer, zeer hoge grondwaterstanden verwacht. De algemene toestand zal dus waarschijnlijk evolueren naar meer normale en hoge grondwaterstanden.