VLAREL-wetgeving
Hoe is de erkenning rond boorbedrijven ontstaan?
- Decretale basis zit sinds 1 januari 1997 vervat in artikel 9.3° van het Grondwaterdecreet (decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer)
- Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 tot wijziging van diverse andere besluiten wat betreft erkenningen met betrekking tot het leefmilieu (B.S. 23 april 2013) voert o.a. een bijkomende categorie van erkenning in voor boorbedrijven met vijf onderliggende disciplines.
VLAREL-disciplines
Als bedrijf kan je een erkenning aanvragen voor één of meer van de volgende discipline (artikel 6, 7°, a) van het VLAREL ):
Boorbedrijf met betrekking tot een of meer van de volgende disciplines, waarbij de boringen die uitgevoerd worden in het kader van het Bodemdecreet en de uitvoeringsbesluiten ervan, funderingsboringen, draineringen, handboringen en horizontale boringen voor zover die niet vergunningsplichtig zijn, worden uitgesloten van het toepassingsgebied van deze disciplines:
1) bemalingen
2) andere grondwaterwinningen: andere grondwaterwinningen dan de grondwaterwinningen, vermeld in punt 1);
3) stabiliteitsboringen en geotechnische boringen, met uitzondering van stabiliteitsboringen en geotechnische boringen als vermeld in rubriek 55.2 en 55.3 van de indelingslijst, vermeld in artikel 5.2.1, § 1, van het decreet Milieubeleid;
4) verticale boringen :
- a) verticale boringen als vermeld in rubriek 55.1 van bijlage 1 bij titel II van het VLAREM, met uitzondering van de boringen, vermeld in punt 3);
- b) boringen die vallen onder de uitzondering, vermeld in rubriek 55.1 van bijlage 1 bij titel II van het VLAREM, met uitzondering van de boringen, vermeld in punt 3);
5) andere boringen: andere boringen dan de boringen, vermeld in punt 1) tot en met 4);
De houders van een erkenning in een van de disciplines, vermeld in het eerste lid, 7°, a), zijn ook erkend voor de aanleg, wijziging en verbouwing van peilputten.
Retributie
De bedragen van de retributie kan je vinden op deze webpagina
Toezicht
Het toezicht en de bestuurlijke handhaving worden uitgeoefend en veiligheidsmaatregelen worden genomen volgens de regels, vermeld in de hoofdstukken III, IV en VII van titel XVI van het decreet Milieubeleid (DABM).