Mons-en-Pévèle Formatie

Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.

Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.

Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie

Voorkomen

Referentiesecties

Boringen

Tijdelijke ontsluitingen

Saintes bouwput

Data

Van de Mons-en-Pévèle Formatie werden 56 stalen geanalyseerd voor korrelgrootte (Verhaegen & De Nil, 2023). De Mons-en-Pévèle Formatie bestaat hoofdzakelijk uit silt tot zeer fijn zand (Steurbaut et al., 2016).

korrelgroottecurves Mons-en-Pévèle Fm — **Figuur 1.** Korrelgrootteverdelingscurves van de geanalyseerde stalen van de Mons-en-Pévèle Formatie (uit Verhaegen & De Nil, 2023)

korrelgroottestatistieken Mons-en-Pévèle Fm — **Tabel 1.** Korrelgroottestatistieken van de onderscheiden stratigrafische éénheden (uit Verhaegen & De Nil, 2023). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.

De geanalyseerde stalen bestaan grotendeels uit een goed gesorteerd silt tot zeer fijn zand (mediaan 59 ± 31 μm en mode 77 ± 29 μm) (Figuur 1, Tabel 1), in lijn met de definitie van deze formatie (Steurbaut et al., 2016). Er zijn echter ook heel wat stalen die uit fijn silt tot klei bestaan, wat moeilijker past binnen de formele definitie van de eenheid en eerder wijst op Kortrijk Formatie.

glauconietstatistieken Mons-en-Pévèle Fm — **Tabel 2.** Het gemiddelde glauconietgehalte (met standaard deviatie = sd) in de fractie 63µm-1mm van de geanalyseerde éénheden (uit Verhaegen & De Nil, 2023). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.

koolstofstatistieken Mons-en-Pévèle Fm — **Tabel 3.** Het gemiddelde organisch (TOC) en anorganisch (TIC) koolstofgehalte (met standaard deviatie = sd) van de geanalyseerde éénheden (uit Verhaegen & De Nil, 2023). n = aantal stalen geanalyseerd per eenheid.

De Mons-en-Pévèle Formatie bevat glauconiet in de fractie 63μm-1mm (3.6 ± 2.7 %), met waarden tot 11 % (Tabel 3). Organische koolstof en anorganische koolstof zijn verwaarloosbaar of zeer beperkt aanwezig (Tabel 3).

Sleutelreferenties

Fobe, B., 1989. Het Eoceen tussen Mol en Beringen. Belgian geological Survey Prof. Paper nr 239 9p
Gulinck, M. 1967 ‐ Profils de l’Yprésien dans quelques sondages profonds de la Belgique. Bull. Soc. belge Géol., 76, 109‐113
King, C., 1991. Stratigraphy of the Ieper Formation and argile de Flandres (Early Eocene) in western Belgium and Northern France. Bull. Belg. Ver. Geol. 97 (1988): 349‐372.
Ortlieb, J. & Chelloneix, E. 1870 ‐ Etude géologique des collines tertiaires du Département du Nord comparées avec celles de la Belgique. Quarré & Castiaux, Lille, 228 p
Steurbaut, E., 1998. High –resolution holostratigraphy of Middle Paleocene to Early Eocene strata in Belgium and adjacent areas. Palaeontographica Abt.A, Bd 247, Lfg.5‐6: 91‐156
Steurbaut, E., 2006. Ypresian. Geologica Belgica 9/1 : 73‐93
Steurbaut, E. , De Ceukelaire,M., Lanckacker T., Matthijs, J., Stassen, P., Van Baelen H., Vandenberghe, N., 2016. Lithostratigraphy Ieper Group. http://ncs.naturalsciences.be/paleogene‐neogene/ieper‐group
Steurbaut E. & Nolf, D., 1986. Revision of Ypresian stratigraphy of Belgium and northwestern France. Meded. Werkgr. Tert. Kwart. Geol. 23, 4: 115‐172.
Steurbaut E. & Nolf, D., 1991 (1988). Ypresian Teleost otoliths from Belgium and northwestern France. Bull. Soc.belge de Géol. 97 3/4 : 321‐347.