Tielt Formatie
Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.
Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.
Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie
Referentiesecties
Tijdelijke ontsluitingen
Data
Van de Tielt Formatie werden vier stalen geanalyseerd voor korrelgrootte, van het Kortemark Lid. Het Kortemark Lid bestaat doorgaans uit siltig tot zeer fijn zandige klei (Steurbaut et al., 2016). Drie van de geanalyseerde stalen bevatten inderdaad deze lithologie, met een d10 van 1 à 2 µm en een siltige mode rond 50 µm (Figuur 1). Een laatste staal bevat echter silteus fijn zand, met een mode van 80 µm (Figuur 1).
Het Kortemark Lid bevat een kleine hoeveelheid glauconiet (1 à 5 % in de fractie 63µm-1mm; Tabel 2) en het (an)organisch koolstof gehalte is zeer laag (Tabel 3).
Sleutelrefenties
DE CONINCK, J., 1973. Application stratigraphique des microfossiles organiques dans l'Yprésien du Bassin belge. Bulletin de la Société belge de Géologie, 81(1-2): 1-11.
DE MOOR, G. & GEETS, S., 1973. Sedimentologie en lithostratigrafie van de eocene afzettingen in het zuidoostelijk gedeelte van de Gentse agglomeratie. Natuurweten-schappelijk Tijdschrift, 55: 129-192.
GEETS, S., 1979. De overgang Ieperiaan-Paniseliaan in de streek van Roeselare en Tielt. Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 60: 41-69.
GEETS, S., 1988. Formatie van Tielt. In Maréchal, R. & Laga, P., Voorstel lithostratigrafische indeling van het Paleogeen. Belgische Geologische Dienst, Brussel, p. 97-104.
Geets, S. 1990 ‐ The evolution of the grain‐size distribution in the sediments of the Ieper Formation in Belgium. Bull. Belg. Ver. Geol., 97 (1988), 3‐4, 451‐456.
Geets, S., Maréchal, R., Laga, P., 2000. Lithostratigrafie van het Paleogeen (Nl/Fr). Stratigrafische Commissie Tertiair.
Jacobs, P., De Ceukelaire, M., De Breuck, W., De Moor, G., 1996a. Toelichtingen bij de Geologische kaart van België Vlaams Gewest Kaartblad 22 Gent,1:50 000. Belgische Geologische Dienst & Min. Vlaamse gemeenschap, Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Brussel.
Jacobs, P., De Ceukelaire, M., De Breuck, W., De Moor, G., 1996b. Toelichtingen bij de Geologische kaart van België Vlaams Gewest Kaartblad 21 Tielt,1:50 000. Belgische Geologische Dienst & Min. Vlaamse gemeenschap, Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Brussel.
LAGA, P., GEETS, S., MOORKENS, T. & NOLF, D., 1980. A lithostratigraphic scheme for the NW-European Tertiary Basin. In Kockel (comp.), Subgroup Lithostra-tigraphy and Maps (IGCP 124). Newsletter Stratigraphy, 8(3): 236-237.
MARECHAL, R., 1993. A new lithostratigraphic scale for the Palaeogene of Bel-gium. Bulletin Belgische Vereniging voor Geologie, 102(1-2): 215-229.
Mohammad, W. (ed.), (2009). The NIRAS‐ONDRAF Kallo 1&2 boreholes: the Ypresian cored section 254‐410m depth. KULeuven Report 120p.
Smith,T & Smith,R, 2003. Terrestrial mammals as biostratigraphic indicators in Upper Paleocene‐Lower Eocene marine deposits of the southern North Sea Basin.Geological Society of America, Special Papers,369:513‐520.
Smith,T & Smith,R, 2013. A land micro‐mammal fauna from the Early Eocene marine Egem deposits (NP12, Belgium) and the first occurrence of the peradectid marsupial Armintodelphys outside North‐America. Geologica Belgica, 16 (4): 302‐310.
STEURBAUT, E., 1988. The Ypresian in the Belgian Basin. In Centenary Field Guide to the Tertiary. Bulletin van de Belgische Vereniging voor Geologie, 96(4)(1987): 339-351.
STEURBAUT, E., 1998. High-resolution holostratigraphy of Middle Paleocene to Early Eocene strata in Belgium and adjacent areas. Palaeontographica, Abt. A, 247(5-6): 91-156.
Steurbaut, E., 2015. 3.Het vroeg‐Eoceen, in : Borremans(ed.), Geologie van Vlaanderen, Academia Press, p. 125‐135.
STEURBAUT, E. & NOLF, D., 1986. Revision of the Ypresian stratigraphy of Bel-gium and northwestern France. Mededelingen van de Werkgroep Tertiaire en Kwar-taire Geologie, 23(4): 115-172.
Van Marcke, P. & Laenen, B., Wouters, L. (contr.),2005. The Ypresian Clays as potential host rock for radioactive waste disposal: an evaluation. NIROND TR 2005‐01 149p
Willems, A., 1995. Groeve‐opname te Egem (Ypresiaan). Sedimentologische en sequentiestratigrafische interpretative. Lic. Thesis., Geologie, KU Leuven, 92p.