Aalter Formatie
Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.
Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.
Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie
Boringen
Tijdelijke ontsluitingen
Data
Van de Formatie van Aalter werden vier stalen geanalyseerd voor korrelgrootte, van het Lid van Oedelem (Figuur 1). Deze stalen tonen een fijn zand (146 µm) met een significante fijne fractie (d10 16 µm) (Tabel 1).
Het Oedelem Lid is licht glauconiethoudend (3 % in de fractie 63 µm-1mm in het enige geanalyseerde staal) (Tabel 1), heeft een verwaarsloosbaar gehalte organische koolstof maar wel een significante fractie inorganische koolstof (2.3 %) (Tabel 2), gerelateerd aan de veel voorkomende kalkige fossielen beschreven voor deze formatie (Dewalque, 1868).
Sleutelreferenties
DEPRET, M. & WILLEMS, W., 1983. A record in situ of Nummulites laevigatus (Brugière 1892) in sediments of Lutetian age in the area around Zeebrugge (NW-Belgium) and its stratigraphical consequences. Tertiary Research, 5(1): 25-37.
DEWALQUE, G., 1868. Prodrome d'une description géologique de la Belgique. De Decq, Bruxelles - Liège, p. 1-442.
DUMONT, A., 1839. Rapport sur les travaux de la carte géologique pendant l'année 1839. Bulletin de l'Académie Royale des Sciences, Lettres et Beaux-Arts de Belgique, 6: 464-485.
GEETS, S. & JACOBS, P., 1988. Formatie van Knesselare. In Maréchal, R. & Laga, P., Voorstel lithostratigrafische indeling van het Paleogeen. Belgische Geologische Dienst, Brussel, p. 118-126.
GULINCK, M., 1967. Profils de l'Yprésien dans quelques sondages profonds de la Belgique. Bulletin de la Société belge de Géologie, 76: 108-113.
GULINCK, M. & HACQUAERT, A., 1954. L'Eocène inférieur. In: Prodrome d'une description géologique de la Belgique. H. Vaillant-Carmanne, Liège, p. 451-493.
HACQUAERT, A., 1939. De overgang van Ieperiaan tot Lutetiaan te Aalter (Kanaal). Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 21(7): 323-325.
JACOBS, P., 1975. Bijdrage tot de lithostratigrafie van het Boven-Eoceen en het On-der-Oligoceen in noordwest België. Doctoraal proefschrift, Rijksuniversiteit Gent, 182 p. en bijlagen.
JACOBS, P. & GEETS, S., 1977. Nieuwe ontwikkelingen in de kennis van het Bo-ven-Paniseliaan. Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 59: 57-93.
MARECHAL, R., 1993. A new lithostratigraphic scale for the Palaeogene of Bel-gium. Bulletin Belgische Vereniging voor Geologie, 102(1-2): 215-229.
MOURLON, M., 1873. La géologie. In Van Bemmel, E., Ed., Patria belgica, tome I: Belgique physique. Bruylant-Christophe, Bruxelles, p. 177-192.
NOLF, D., 1970. Ichthyologische fauna uit de Formaties Mont-Panisel en den Hoorn (Belgisch Eoceen). Licentiaatsverhandeling, Rijksuniversiteit Gent, Gent, p. 1-122.
NOLF, D., 1972. Stratigraphie des Formations du Panisel et de Den Hoorn (Eocène belge). Bulletin van de Belgische Vereniging voor Geologie, 81: 75-94.
STEURBAUT, E & NOLF, D., 1989. The Stratotype of the Aalter Sands (Eocene of NW Belgium): stratigraphy and calcareous Nannoplankton. Mededelingen van de Werkgroep Tertiaire en Kwartaire Geologie, 26(1): 11-28.