Lillo Formatie
Deze pagina moet gelezen worden in de context van de pagina rond het 'geologisch paspoort van de Vlaamse ondergrond'.
Data op deze pagina worden aangevuld wanneer binnen dit project nieuwe analyses uitgevoerd worden. Op DOV en in de literatuur zijn ook nog veel andere data te vinden die niet op deze pagina verwerkt zijn.
Formele stratigrafische definitie - Nationale Stratigrafische Commissie
Tijdelijke ontsluitingen
Data
Van de Lillo Formatie werden 26 stalen geanalyseerd voor korrelgrootte, van het Oorderen Lid (2 stalen), Kruisschans Lid (3 stalen), Merksem Lid (3 stalen), Lillo Formatie ongedifferentieerd in Antwerpen (8 stalen), Poederlee Lid (9 stalen) en Hukkelberg Grind (1 staal) (Verhaegen & De Nil, 2023).
De Antwerpse leden van de Lillo Formatie zijn niet altijd even makkelijk te onderscheiden in boringen (Deckers et al., 2020). De formatie bestaat uit schelprijk zand met kleiige bijmenging, met een graduele overgang tussen de leden met uitzondering van het Luchtbal Lid. Het Kruisschans Lid is het duidelijkst te onderscheiden door het veelvuldig voorkomen van klei intercalaties (Louwye et al., 2020b). De korrelverdelingscurves van het Oorderen Lid tonen een slecht tot matig gesorteerd fijn zand met een mediaan van 153 ± 21 μm en een d10 van 2 ± 0.1 μm (Tabel 1). De stalen van het Kruisschans Lid hebben een mediaan van 170 ± 66 μm (Figuur 1). De fijne fractie in de geanalyseerde stalen is niet opmerkelijk groter dan in de andere leden, met een d10 van 31 ± 27 μm. De geanalyseerde stalen van het Merksem Lid hebben een mode van 169 μm en een mediaan 146 ± 22 μm. De fijne fractie is gelijkaardig aan de andere leden met een d10 van 21 ± 33 μm. De ongedifferentieerde stalen hebben variabele verdeling en behoren wellicht tot verschillende leden (Figuur 1). De mediaan bedraagt 191 ± 29 μm en de d10 is 54 ± 45 μm.
Het Poederlee Lid uit de Kempen, vroegere Poederlee Formatie, wordt beschreven als een fijn licht glauconiethoudend zand met discrete kleilenzen aan de basis (Louwye et al., 2020b). De stalen van het Poederlee Lid hebben een gelijkaardige korrelgrootte aan de Antwerpse leden, met een mediaan van 153 ± 36 μm en een d10 van 50 ± 46 μm. De mode is beduidend grover dan de mediaan, met 195 ± 17 μm, door een significante fractie tussen 1 en 100 μm (Figuur 1). Het staal van het Hukkelberg Grind, zonder de keien, is zeer gelijkaardig aan het bovenliggende Poederlee Zand.
Het glauconietgehalte van de Antwerpse Lillo Formatie varieert doorgaans tussen 6 en 12 %, met waarden tot 20 % in het Luchtbal Lid (Louwye et al., 2020b). De geanalyseerde stalen van het Kruisschans Lid hebben inderdaad waarden van 7 en 10 % glauconiet. Ook het Merksem Lid bevat een verwachte hoeveelheid glauconiet van 9 % (Figuur 2). In het Poederlee Lid bedraagt het glauconietgehalte 3 ± 2 %.
Het organisch koolstofgehalte varieert tussen 0.1 % voor het Merksem Lid en 0.3 % voor het Kruisschans Lid. Het anorganisch koolstofgehalte in de Lillo Formatie is eerder hoog, door de grote aanwezigheid van schelpen. De hoogste waarden worden gevonden in het Kruisschans Lid (tot 5.4 %) (Tabel 3).
Sleutelreferenties
Buffel, P., Vandenberghe, N., Goolaerts, S. & Laga, P., 2001. The Pliocene in four boreholes in the Turnhout area (North-Belgium): the relation with the Lillo and Mol Formations. Aardkundige Mededelingen, 11, 1–9.
Deckers, J., De Koninck, R., Bos, S., Broothaers, M., Dirix, K., Hambsch, L., Lagrou, D., Lanckacker, T., Matthijs, J., Rombaut, B., Van Baelen, K. &Van Haren, T., 2019. Geologisch (G3Dv3) en hydrogeologisch (H3D) 3Dlagenmodel van Vlaanderen. Studie uitgevoerd in opdracht van het Vlaams Planbureau voor Omgeving, departement Omgeving en de Vlaamse Milieumaatschappij. VITO, Mol, VITO-rapport 2018/RMA/R/1569. https://archief-algemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/handle/acd/251494
Deckers, J., Louwye, S. & Goolaerts, S., 2020. The internal division of the Pliocene Lillo Formation: correlation between Cone Penetration Tests and lithostratigraphic type sections. Geologica Belgica, 23/3-4, 333- 343. https://doi.org/10.20341/gb.2020.027
Deckers, J., Verhaegen, J., Vergauwen, I., 2021. Characterization by Cone Penetration Tests of the decalcified Zandvliet Sand (Lillo Formation, North Belgium). Geologica Belgica, 24/3-4, 159-167. https://doi.org/10.20341/gb.2021.006
de Heinzelin de Braucourt, J., 1955. Deuxième série d’observations stratigraphiques au Kruisschans. Coupes de l’écluse Baudouin : I. Analyse stratigraphique. Bulletin de l’Institut royal des Sciences naturelles de Belgique, Sciences de la Terre, 31/66, 1–29.
De Meuter, F. & Laga, P., 1976. Lithostratigraphy and biostratigraphy based on benthonic Foraminifera of the Neogene deposits of northern Belgium. Bulletin van de Belgische Vereniging voor Geologie, 85/3-4, 133–152.
Geets, S., 1962. Stratigrafische positie van het Poederliaan in de Antwerpse Kempen. Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, 44, 143–152.
Goolaerts, S., 2000. Sedimentologische, stratigrafische en paleoecologische studie van de Pliocene en Quartaire afzettingen aangetroffen in fase 2 van het Verrebroekdok, provincie Oost-Vlaanderen. Proefschrift Licentiaat Geologie (unpublished Master Thesis), KULeuven, Leuven, 133 p.
Gulinck, M., 1960. Un gisement de kiezeloolithes à Lichtaart (Campine). Comparaison avec les cailloutis à kiezeloolithes des collines flamandes. Bulletin Société belge de Géologie, de Paléontologie et d’Hydrologie, 69, 191–204.
Gullentops, F., 1963. Etude de divers faciès quaternaires et tertiaires dans le Nord et l’Est de la Belgique. Excursion O-P. 6e Congrès International de Sédimentologie, Belgique et Pays-Bas, 20 p.
Gullentops, F. & Huyghebaert, L., 1999. A profile through the Pliocene of the Northern Kempen, Belgium. Aardkundige Mededelingen, 9, 191–202.
Laga, P., 1971. De Neogene afzettingen van het Waasland (kb Beveren-Waas). Belgische Geologische Dienst, Professional Paper, 1971/7, 11 p.
Laga, P., 1972. Stratigrafie van de mariene Plio-Pleistocene afzettingen uit de omgeving van Antwerpen met een bijzondere studie van de foraminiferen. Unpublished Ph.D. Thesis. Katholieke Universiteit Leuven - Faculteit Wetenschappen, Leuven. 3 vol., 252 p.
Laga, P., 1979. Borehole description Stabroek GSB 015W0216. http://collections.naturalsciences.be/sshgeology-archives/arch/015w/015w0216.txt, accessed 01/12/2021.
Louwye, S., Deckers, J. & Vandenberghe, N., 2020. The Pliocene Lillo, Poederlee, Merksplas, Mol and Kieseloolite Formations in northern Belgium: a synthesis. Geologica Belgica, 23/3-4, 297-313. https://doi.org/10.20341/gb.2020.016
Louwye, S. & De Schepper, S., 2010. The Miocene–Pliocene hiatus in the southern North Sea Basin (northern Belgium) revealed by dinoflagellate cysts. Geological Magazine, 147/5, 760–776. https://doi.org/10.1017/S0016756810000191
Marquet, R., 1998. De Pliocene gastropodenfauna van Kallo (Oost-Vlaanderen, België). Belgische Vereniging voor Paleontologie, 17, 246 p.
Marquet, R., 1980. De stratigrafie van Neogene afzettingen in een bouwput voor een water-reservoir te Broechem (prov. Antwerpen, Belgie). Mededelingen Werkgroep voor Tertiaire en Kwartaire Geologie 17, 57– 64.
Marquet, R. & Herman, J., 2009. The stratigraphy of the Pliocene in Belgium. Palaeofocus 2, 1-39.
van Bakel, B.W.M., Jagt, J.W.M. & Fraaije, R.H.B., 2003. A new Pliocene cancrid crab from Oelegem, province of Antwerpen (NW Belgium). Cainozoic Research, 2, 79–85.
Schiltz, M., Vandenberghe, N. & Gullentops, F., 1993. Geologische kaart van België, Vlaams Gewest: Lier, kaartblad 16. 1/50 000. Belgische Geologische Dienst en Bestuur Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Brussel.
Vandenberghe, N., Herman, J., Laga, P., Louwye, S., De Schepper, S., Vandenberghe, J., Bohncke, S.J.P. & Konert, M., 2000. The stratigraphic position of a Pliocene tidal clay deposit at Grobbendonk (Antwerp Province, Belgium). Geologica Belgica, 3/3-4, 405–417. https://doi.org/10.20341/gb.2014.040
Van Haren T., Deckers J., De Koninck R., Dirix K., Maes R., Hambsch L. en Van Baelen K., 2021. Ondiep geologisch 3D lagen- en voxelmodel van regio Antwerpen. Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse overheid, departement Omgeving, Vlaams Planbureau voor Omgeving, https://archiefalgemeen.omgeving.vlaanderen.be/xmlui/external-handle/Onderzoek-2639700
Vernes, R.W., et al. Geologisch en hydrogeologisch 3D model van het Cenozoïcum van de BelgischNederlandse grensstreek van de Voorkempen (H3O – De Voorkempen). In prep.
Vervoenen, M., 1995. Taphonomy of some Cenozoic seabeds from the Flemish Region, Belgium. Professional Paper 272, 1-115.
Vincent, G., 1889. Documents relatifs aux sables pliocènes à Chrysodomus contraria. Annales de la Société malacologique de Belgique, Bulletins, 24, 25–31.
Wesselingh, F. P., Busschers, F. S. & Goolaerts, S., 2020. Observations on the Pliocene sediments exposed at Antwerp International Airport (northern Belgium) constrain the stratigraphic position of the Broechem fauna. Geologica Belgica 23 (3-4), 315-321. https://doi.org/10.20341/gb.2020.026